Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Het beste antwoord

Een combinatie tussen stom toeval en feromonen. Je kun het met een hans en grietje systeem vergelijken. Elke mier die ergens langskomt laat geurtjes (feromonen) achter die na een tijdje weer vervliegen. Een mier die bij toeval voedsel vindt door er tegenaan te lopen sleept het naar het nest en andere mieren komen er ook bij. Daardoor worden er meer spoortjes gelegd en komen er meer mieren op dat pad. Veel mieren leven zelf van het vocht van bladluizen en voeren hun larven met insecten die ze tegenkomen bij het beschermen van de bladluizen. Tussen de tak met bladluizen en de mierenkolonie is er daardoor een intensief verkeer, maar je kunt diezelfde paadjes ook wel vinden naar een keukenkastje met zoete stroop.

Het gedrag van mieren word intensief bestudeerd, met name het gedrag van groepen dat onstaat door simpele "programma's" in de individuele mier. Soms zie je wel bijzondere gedragingen als mieren die een brug vormen voor andere mieren, of mieren die als voedselopslag voor de kolonie fungeren, mierenkolonies die op het water drijven bij overstromingen en dergelijke.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden

Andere antwoorden (2)

Mieren gaan op zoek naar voedsel, zodra ze iets gevonden hebben, laten ze een geurspoor achter zodat andere mieren dat spoor kunnen volgen en ook dat voedsel kunnen vinden, als het voedsel gevonden is, zoeken ze de hele omgeving af, naar meer voedsel.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
10 jaar geleden
Mierenkolonies bestaan onder andere uit werksters, verkenners, soldaten en voedselverzamelaars. Elk beestje heeft zo een eigen taak. Een voedselverzamelaar (kleine mieren die over het algemeen behoren tot de oudsten van de kolonie) is een geoefend, gedreven en bedreven verzamelaar, die allerlei technieken gebruikt om zo efficiënt mogelijk aan voedsel te komen.
Eén van die technieken is het achterlaten van sporen om zijn mede verzamelaars te waarschuwen. Een verkenner gaat er als eerste op uit en waarschuwt de andere voedselverzamelaars als hij eten heeft gevonden.
De zogeheten soldaten in de kolonie zijn groter en hebben gif bij zich. De soldaten beschermen de voedselverzamelaars tijdens de zoektocht naar voedsel. Mieren begeven zich over het algemeen niet al te ver van hun nest. Dit betekent dat rond de verblijfplaats de meeste sporen te vinden zijn. Ze gebruiken chemische signalen om het spoor te maken. Het zoeken naar voedsel gebeurt dus in de buurt van het nest.
Een belangrijke voedselbron is de honingdauw die bladluizen afscheiden. Verder zoeken ze prooien. Als een prooi te zwaar is haalt de verkennermier een collega-mier op om de prooi vervolgens samen te verslepen. Bijvoorbeeld een dode kakkerlak. Een mier uitzonderlijk goed kan ruiken, hij heeft vier tot vijf keer meer geurreceptoren dan elk ander insect. Door hun reukvermogen komen ze er achter waar voedsel te vinden is.
(Lees meer...)
Amadea
10 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding