Hoe komt het dat de meeste mensen rechtshandig zijn?

Wat opvallend is, is dat eigenlijk maar een hele kleine groep van de bevolking linkshandig is, 10%. In het dierenrijk is die verhouding veel meer 50-50, dus de vraag is: waarom is niet de helft van ons linkshandig en de andere helft rechtshandig? Waarom vormen die linkshandigen eigenlijk een uitzondering op de regel?

Wat duidelijk is, is dat zowel linkshandigheid als rechtshandigheid een soort biologische aanleg is. Je hebt het, je kiest er in de meeste gevallen niet voor, je bent of linkshandig of je bent rechtshandig. En het gegeven is, dat zo’n, ja, de grote meerderheid, zo’n 90%, rechtshandig is en dat zien we eigenlijk al bij ongeboren kinderen, als die tegen de geboorte aan, vooral ook op hun duimpje te zuigen in de baarmoeder en de meeste van die ongeboren kinderen doen dat met hun rechterhand. En dat geeft eigenlijk al aan, dat die voorkeur daar al vastligt.

En kan je dan ook zeggen: Is het echt erfelijk bepaald?
Er zijn ideeën dat ook andere factoren mede een rol spelen, maar erfelijkheid is wel een hele belangrijke oorzaak nemen we aan. En het idee daarbij is, dat niet zozeer linkshandigheid alswel rechtshandigheid duidelijk erfelijk bepaald is. De gangbare theorie is, dat de rechtshandigheid, dat we daar een soort gen, genetische aanleg, een genetische factor bij ons hebben. De meeste mensen, laten we maar zeggen zo’n 2/3 van de mensen, die heeft dat gen, die heeft die factor. Als je die factor hebt, dan wordt je rechtshandig. Heb je die factor niet, dan gaat het toeval een rol spelen. Mensen die dat niet hebben, die lopen een even grote kans om linkshandig danwel rechtshandig te worden afhankelijk van hun verdere biologische ontwikkeling. Dus het is niet volledig erfelijk bepaald.