Waarom kun je rode bloedcellen maar een bepaalde tijd behouden?

Rode bloedcellen hebben, in tegenstelling tot de andere bloedcellen, geen celkern. Dit is zodat er zoveel mogelijk ruimte is voor hemoglobine, waar zuurstof en koolzuurstof aan kan binden.
Ook missen ze andere celorganellen als mitochondria, het golgi-apparaat en het endoplasmatisch reticulum. Dit heeft als gevolg dat de cel zich niet kan herstellen wanneer er iets kapot gaat. Rode bloedcellen bewegen zich ook nog eens ontzettend snel door het lichaam, wat snel beschadigingen teweeg brengt.

Omdat rode bloedcellen nogal belangrijk zijn voor het lichaam is het niet handig als er allemaal beschadigde rode bloedcellen in het bloed zitten. Er worden dan ook continu nieuwe aangemaakt. Met dezelfde snelheid worden er ook weer rode bloedcellen afgebroken door witte bloedcellen om de oude en beschadigde rode bloedcellen te verwijderen (eryptose), zodat het totale niveau aan circulerende rode bloedcellen gelijk blijft. Dit gebeurt in ongeveer 100-120 dagen.
Die verwijdering komt doordat oude rode bloedcellen veranderingen ondergaan in hun plasmamembraan, waardoor ze herkend kunnen worden door macrofagen (bepaalde witte bloedcellen) en vervolgens door deze gefagocyteerd worden (opgeslokt en afgebroken).