Wat is het verschil tussen resistentie en immuun? (simpel a.u.b.)
10.8K
10.8K keer bekeken
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.
Geef jouw antwoord
Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.
Het beste antwoord
Resistent en immuun betekenen eigenlijk hetzelfde.
Niet meer vatbaar voor 'meestal' ziektes.
Maar we spreken op verschillende manieren over immuun en resistent.
We spreken van resistentie, als een medicijn geen vat meer krijgt op een ziekmaker. Een goed voorbeeld is het geval, waar bij het medicijn een ziekmaker (virus of bacterie) aanpakt op een bepaald eiwit aan het oppervlak. Als na een mutatie dat eiwit niet meer gemaakt wordt, werkt het medicijn niet meer. Heel vaak is de ziekmaker nog wel levensvatbaar, maar niet aan te pakken door dat medicijn. Die ziekmaker is dan resistent voor dat medicijn.
Bij immuniteit wordt een organisme wel degelijk aangetast door een stof of ander organisme, een ziekmaker dus. Het afweersysteem komt in werking en als alles goed gaat, wordt de ziekmaker uitgeschakeld. Bij een eerste infectie kan dat proces een paar dagen in beslag nemen en dan kan je ziek worden. Bij een volgende infectie door dezelfde ziekmaker verloopt het proces zo snel, dat je er niks meer van merkt. Dan ben je dus immuun voor die ziekmaker.
Samengevat:
Resistentie: een organisme kan niet door een aanvaller worden aangepakt.
Immuniteit: een organisme wordt wel aangevallen, maar de aanvaller wordt heel snel onschadelijk gemaakt.
(Lees meer...)
Niet meer vatbaar voor 'meestal' ziektes.
Maar we spreken op verschillende manieren over immuun en resistent.
We spreken van resistentie, als een medicijn geen vat meer krijgt op een ziekmaker. Een goed voorbeeld is het geval, waar bij het medicijn een ziekmaker (virus of bacterie) aanpakt op een bepaald eiwit aan het oppervlak. Als na een mutatie dat eiwit niet meer gemaakt wordt, werkt het medicijn niet meer. Heel vaak is de ziekmaker nog wel levensvatbaar, maar niet aan te pakken door dat medicijn. Die ziekmaker is dan resistent voor dat medicijn.
Bij immuniteit wordt een organisme wel degelijk aangetast door een stof of ander organisme, een ziekmaker dus. Het afweersysteem komt in werking en als alles goed gaat, wordt de ziekmaker uitgeschakeld. Bij een eerste infectie kan dat proces een paar dagen in beslag nemen en dan kan je ziek worden. Bij een volgende infectie door dezelfde ziekmaker verloopt het proces zo snel, dat je er niks meer van merkt. Dan ben je dus immuun voor die ziekmaker.
Samengevat:
Resistentie: een organisme kan niet door een aanvaller worden aangepakt.
Immuniteit: een organisme wordt wel aangevallen, maar de aanvaller wordt heel snel onschadelijk gemaakt.
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Andere antwoorden (4)
Het zijn gelijksoortige begrippen.
Immuun heeft ermee te maken dat je ergens tegen bestand bent, maar het begrip resistent betekent ook "ergens bestand tegen zijn"
Bijvoorbeeld: Je kunt een bepaalde ziekte niet (meer). krijgen.
Immuun slaat meer op immuunsysteem en daarmee op een bepaalde werking waardoor je de ziekte niet meer kunt krijgen.
Resistent kan ook een ander begrip zijn wat helemaal niet met het immuunsysteem te maken heeft. Resistent is een ander woord voor weerstand.
Toegevoegd na 5 minuten:
Op de volgende manier kan je de begrippen wel anders gebruiken:
Je kunt zelf bijvoorbeeld geen griep krijgen omdat je immuun bent. Je immuunsysteem kan de ziekteverwekker snel aanpakken.
Een bacterie die ongevoelig is voor antibiotica is resistent voor dat middel. Het middel werkt niet.
(Lees meer...)
Immuun heeft ermee te maken dat je ergens tegen bestand bent, maar het begrip resistent betekent ook "ergens bestand tegen zijn"
Bijvoorbeeld: Je kunt een bepaalde ziekte niet (meer). krijgen.
Immuun slaat meer op immuunsysteem en daarmee op een bepaalde werking waardoor je de ziekte niet meer kunt krijgen.
Resistent kan ook een ander begrip zijn wat helemaal niet met het immuunsysteem te maken heeft. Resistent is een ander woord voor weerstand.
Toegevoegd na 5 minuten:
Op de volgende manier kan je de begrippen wel anders gebruiken:
Je kunt zelf bijvoorbeeld geen griep krijgen omdat je immuun bent. Je immuunsysteem kan de ziekteverwekker snel aanpakken.
Een bacterie die ongevoelig is voor antibiotica is resistent voor dat middel. Het middel werkt niet.
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Het subtiele verschil tussen beide begrippen:
Immuun = onmogelijk te besmetten, resistent = zeer moeilijk te besmetten.
(Lees meer...)
Immuun = onmogelijk te besmetten, resistent = zeer moeilijk te besmetten.
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Resistentie ontstaat altijd door een gemuteerd gen en is erfelijk overdraagbaar. Wanneer een populatie kevertjes met pesticiden wordt bestreden zou het kunnen zijn dat een toevallige mutatie ervoor zorgt dat er een resistentiegen ontstaat. Dit gen zal dan een eiwit produceren dat het pesticide onschadelijk maakt. Hierdoor is het individu ongevoelig geworden voor het pesticide en heeft daardoor een selectievoordeel. Hij kan daarom vaker voortplanten, waardoor op te duur een resistente populatie ontstaat.
Bij immuniteit wordt het immuunsysteem geactiveerd. Dat wil zeggen dat door lichaamsvreemde stoffen het immuunsysteem antistoffen gaat maken. Iedere cel bevat antigenen. Dit zijn eiwitstructuren op het celmembraan. Iedereen heeft zijn eigen specifieke antigenen, zeg maar een soort vlaggetjes op de cel. Wanneer er bijvoorbeeld bacteriecellen in een persoon terecht komen worden die cellen als lichaamsvreemd gezien (omdat ze andere vlaggetjes hebben). Het immuunsysteem wordt dan geactiveerd. Via T- en B-lymfocyten worden dan uiteindelijk antistoffen gemaakt om de bacterie te bestrijden.
Immuniteit is een verworven eigenschap en zal dus niet overgedragen worden aan nakomelingen.
(Lees meer...)
Bij immuniteit wordt het immuunsysteem geactiveerd. Dat wil zeggen dat door lichaamsvreemde stoffen het immuunsysteem antistoffen gaat maken. Iedere cel bevat antigenen. Dit zijn eiwitstructuren op het celmembraan. Iedereen heeft zijn eigen specifieke antigenen, zeg maar een soort vlaggetjes op de cel. Wanneer er bijvoorbeeld bacteriecellen in een persoon terecht komen worden die cellen als lichaamsvreemd gezien (omdat ze andere vlaggetjes hebben). Het immuunsysteem wordt dan geactiveerd. Via T- en B-lymfocyten worden dan uiteindelijk antistoffen gemaakt om de bacterie te bestrijden.
Immuniteit is een verworven eigenschap en zal dus niet overgedragen worden aan nakomelingen.
Verwijderde gebruiker
6 jaar geleden
er is wel degelijk verschil tussen beiden begrippen:
wanneer iemand immuun is voor kritiek dan heeft het geen vat op hem, het dringt niet tot hem door
wanneer iemand resistent is tegen kritiek dan is hij ertegen gewapend met tegenspraak
(Lees meer...)
wanneer iemand immuun is voor kritiek dan heeft het geen vat op hem, het dringt niet tot hem door
wanneer iemand resistent is tegen kritiek dan is hij ertegen gewapend met tegenspraak
Verwijderde gebruiker
4 jaar geleden
Deel jouw antwoord
Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.