Hoe komt het dat cellen op een preparaat nog celkernen hebben?

Cellen die op een microscopisch preparaat zijn meestal inderdaad dood. Dat hoeft echter niet te betekenen dat hun celkern verloren moet zijn. Levende cellen op een preparaat worden namelijk, meteen nadat ze op een glaasje zijn aangebracht, gefixeerd en behandeld met bepaalde stofjes zoals formaldehyde of paraformaldehyde zodat de cellen hun structuur en morfologie behouden van toen ze nog leefden.

Zodoende kunnen cellen dus hun celkernen, en andere intracellulaire structuren zoals organellen behouden. Na de fixatie worden de cellen vaak afgedekt met een dekglaasje zodat er geen blootstelling meer plaatsvindt aan schadelijke zuurstof die het preparaat kan oxideren.

Er bestaan veel verschillende manieren van celfixering, afhankelijk van het type cel wat bekeken wordt en de mate van conservering die van toepassing is. In de bron (Engels) kun je meer over andere vormen lezen.