welke spieren bewegen er precies als je fietst?

Bij het trappen op de trappers zijn vooral de kuitspieren zeer actief. Het is niet de bedoeling dat je tijdens het fietsen de kuitspieren constant gespannen houdt, omdat je dan te veel druk op de voeten en hielen zou uitoefenen. Ook de knieën worden dan zwaarder belast. Fiets dus altijd met ontspannen kuiten.

Ook de quadriceps (vierkoppige bovenbeenspieren) worden tijdens het fietsen intensief gebruikt. De buikspieren moeten hier ook aan meewerken, om het bovenlichaam in evenwicht te houden en kracht bij te zetten. Heel erg voorover gebogen fietsen is weliswaar prettiger en sneller, omdat je dan meer kracht kunt zetten met de buikspieren, maar kan wel na vele uren een te grote belasting voor de rug vormen. Probeer dus af te wisselen.

Het hoofd is tijdens het fietsen meestal in een omhoog gebogen positie, om vooruit te kunnen kijken. Het hoofd wordt omhoog gehouden door de spieren van de bovenste zeven halswervels in de wervelkolom, die het gewicht van het hoofd onderling verdelen. Het hoofd wordt tijdens het fietsen continue door de zwaartekracht naar beneden getrokken en de wervels onderaan de nek krijgen het hierdoor vrij zwaar te verduren. Zorg dat je voor en na het fietsen voldoende rekoefeningen voor hals- en nekspieren doet, zodat kalkafzettingen en artritis op later leeftijd worden voorkomen.

De belangrijkste spieren die tijdens het fietsen worden gebruikt, zijn de been- en heupspieren. Dit zijn onder meer de quadriceps, de hamstrings, de gluteus spier en de onderbeenspieren. Ook de arm- en schouderspieren zijn tijdens het fietsen actief, namelijk bij het sturen en het in positie houden van het lichaam. Bij het fietsen worden de deltaspieren, de triceps en de biceps allemaal gebruikt. Daarnaast zijn de spieren van de hand en de polsen actief.