Hoe 'weet' een hap eten of het in je maag of in je blaas moet komen?

alles komt in de maag en vervolgens in de darmen.

vloeistoffen en nuttige stoffen komen in de bloedbaan, en vaste afvalstoffen blijven in de darm en komen uiteindelijk in de endeldarm.

vloeistoffen worden opgenomen in het bloed en komen nierslagader in de nieren. (ff stukkie tekst jatten)
Nieren bestaan uit drie delen: de schors, het merg en het nierbekken. De schors is de buitenste laag. Hierin liggen zogenaamde nefronen. Dit zijn kleine filtertjes waar het bloed van de slagader doorheen wordt geperst. De filtertjes zuiveren het bloed en halen er overtollig vocht uit. De vloeistof die zo ontstaat, heet voorurine.

De filtertjes maken een grove schifting. In het middelste deel van de nieren, het merg, vindt een fijnere filtering plaats. De voorurine stroomt er door piramidevormige buisjes. Nuttige stoffen en een deel van het vocht worden weer opgenomen. De rest van het vocht en de afvalstoffen stromen naar het nierbekken (pyelum).

Deze vloeistof heet urine. De urine stroomt van het nierbekken via de urineleider (ureter) naar de blaas en dan via de urinebuis (urethra) naar buiten.

Het belangrijkste idee is dat je darm, maag en mondholte niet bij het lichaam horen. Alleen voedsel dat de huid van deze holtes passeert komt daadwerkelijk in het lichaam. Wat jij hebt doorgeslikt hoort daardoor nog niet meteen bij het lichaam.

Je blaas krijgt zijn water indirect uit het bloed (dus uit het lichaam), met de nieren als tussenstap. Er moet altijd wat vocht uit het bloed verwijderd worden om de afvalstoffen te verwijderen. Het vocht in het lichaam heeft allerlei manieren om in het lichaam te komen, en het lichaam te verlaten. Het grootste gedeelte van het vocht wordt opgenomen via dranken, maar ook via het verbranden van voedsel komt een aanzienlijke hoeveelheid vocht binnen. Het vocht kan het lichaam verlaten via de blaas, de huid via zweten of met de ademhaling. Door middel van speciale stoffen (ADH, reninen) wordt de afgifte van vocht door de nieren gereguleerd, zodat je niet uitdroogt of opzwelt.

Vast voedsel kan het lichaam niet in en moet eerst worden afgebroken in kleinere oplosbare brokstukken (suikers, vetzuren en aminozuren) voordat het in het bloed opgenomen kan worden. Het gedeelte van het voedsel dat door het lichaam wordt opgenomen wordt het verteerde gedeelte genoemd.

Dan wordt het al snel weer verder bewerkt door levercellen, zodat het resultaat is dat de samenstelling van het bloed bijna hetzelfde is als voor de opname van het voedsel. Het met verschillende aminozuren en suikers 'vervuilde' bloed afkomstig van de darm wordt namelijk via een speciale ader (poortader) eerst naar de lever geleid. Voor vetten gaat dit verhaal niet helemaal op (ook wat grotere moleculen kunnen via omwegen in het lichaam komen), maar die details leiden te ver voor dit antwoord.

eten/drinken komt zoiezo eerst in je maag. daarna gaat het naar je anus/blaas. onderweg neemt je lichaam voedingstoffen en andere bruikbare stoffen die in je eten/drinken zitten op. al het restafval scheid je uit.