Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Antwoorden (2)

"Vrijwel iedereen heeft in min of meerdere mate angst voor hoogten, maar wanneer deze buitensporige vormen aanneemt, spreekt men van acrofobie, beter bekend als hoogtevrees. Acrofobie heeft veel gemeen met bathofobie, de vrees voor diepten. Beide fobieën houden verband met de vrees om te vallen."

Een vogel zal normaal gesproken niet de angst hebben om te vallen, want hij kan immers vliegen. Dus alleen als een vogel bijvoorbeeld een zere vleugel heeft, zal ie hoogtevrees kunnen hebben.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Ik begrijp de minnetjes niet. Afgezien van de loopvogels, is het een goed verhaal voor vliegvogels.
+4U!
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Een loopvogel vind ik eigenlijk geen echte vogel...
Dit is een boeiende vraag, die in 2009 in het programma Willem Wever werd behandeld. Het antwoord is afkomstig van NATURALIS.

Ik citeer :

Er zijn heel wat vogels die niet kunnen vliegen. Denk maar aan de struisvogels in Afrika, de emoes in Australië en de nandoes in Zuid-Amerika. Deze grote loopvogels zullen zich vast niet prettig voelen aan de rand van een afgrond. En dat is maar goed ook.

Loopvogels hebben zich ontwikkeld tot echte hardlopers. Met hun gespierde poten kunnen ze erg hard rennen. Doordat ze groot en sterk zijn kunnen ze zich goed verweren tegen roofdieren. Maar hun vleugels zijn te klein en hun lichaam is te zwaar om de lucht in te komen.

Ook pinguïns hebben hun vliegvermogen verloren, maar daar staat tegenover dat ze in het water bijzonder snel en wendbaar zijn. Veel niet-vliegende vogels, zoals rallen (verwanten van onze waterhoentjes en meerkoeten), zijn ontstaan op eilanden met weinig of geen roofdieren. Ze verloren hun vliegvermogen, omdat vliegen niet noodzakelijk was om te overleven.

Toch is vliegen voor de meeste vogels dé manier van voortbewegen. Het maakt dat ze grote afstanden kunnen afleggen om voedsel te zoeken. Ook komt het vliegen goed van pas om aan vijanden te ontsnappen. Het vliegen staat geheel ten dienste van overleven. Van hoogtevrees hebben ze geen last.

Natuurlijk heb je wel baas boven baas. De Indische gans is kampioen hoogvliegen. Tijdens zijn trek over de Himalaya vliegt hij op negen kilometer hoogte over de bergtoppen. Ook gieren zijn hoogvliegers. Zwevend op opstijgende warme lucht cirkelen ze omhoog, tot wel zes kilometer. Postduiven halen een hoogte van zeshonderd meter.

In sommige natuurdocumentaires is te zien dat jonge vogels een beetje bang zijn om voor het eerst te gaan vliegen. Als ze aangemoedigd door hun ouders eenmaal de sprong wagen, is de angst snel overwonnen.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding