Wanneer geeft een neuron die geprikkeld wordt een stimulerend effect en wanneer een remmend effect?

Ten eerste geeft een neuron geen stimulerend of remmend effect. Dit word gegeven door de hersenen of zintuigen. Een neuron geeft alleen een boodschap door. Zie het als een postbode.

De boodschap ontstaat door een zintuig. Latem we zeggen dat er in dit geval een tekort is aan ADH in het bloed. Als een zintuig merkt dat er te weinig water in het bloed is, dan stuurt hij een boodschap met de melding: er is meer ADH nodig. Dit gaat naar de hersenen (via neuronen) en de hersenen geven een signaal aan bijvoorbeeld de hypofyse dat er meer ADH gevormd moet worden. De hypofyse maakt dan ADH. Dit noem je dan een stimulerend effect.

Als er dan weer genoeg ADH in het bloed is of er weer meer water in het bloed komt dan stuurt er weer een zintuig een boodschap naar de hersenen dat er geen aanmaak van ADH meer nodig is. Dit gaat weer via neuronen naar de hersenen en de hersenen geven het signaal dat er geen ADH meer nodig is aan de hypofyse. Dit noem je negatieve terugkoppeling. Hierdoor ontstaat dus een remmend effect.

Ik denk dat Nieenke een iets dieper antwoord vraagt.
Een neuron geeft niet zelf een stimulerend of remmend effect. Het ontvangende neuron bepaalt dit doordat de neurotransmitter in beide gevallen aan een verschillende receptor hecht, met een andere reactie dus.