Hoe komt het dat je bepaalde woorden of namen niet kan onthouden terwijl je toch weet wat het woord of naam is?

Omdat jouw geheugen bestaat uit een korte termijn- en een lange termijn geheugen. Het korte termijn geheugen is het eerste stadium in het opslagtraject naar het lange termijn geheugen. Info komt binnen via de zintuigen en zal, wanneer deze maar lang genoeg herhaald wordt, zich in het lange termijn geheugen nestelen. Het is dan een soort doorgeefluik naar het lange termijn geheugen.

In het andere geval werkt het ook als werkgeheugen. Het maakt niet alleen gebruik van de zintuigen maar ook van herinneringen, die het uit het lange termijn geheugen op kan halen. Hier vormt het korte termijn geh. een soort brug tussen het bewustzijn en de buitenwereld.

Het 'echte' korte termijn geheugen kan gegevens ook maar even opslaan. Een telefoonnummer bijv.wat je intoetst is korte tijd daarna al weer verdwenen uit je geheugen. Daarom noteren we dat ook vaak als het belangrijk is om te onthouden.
Hoe vaker je dat nummer dan belt, hoe beter het in je lange termijn geheugen vast gaat zitten. Op het laatst belje het uit het hoofd, want de info wordt steeds sneller uit je lange termijn geheugen opgehaald.
Het geheugen van de mens is gigantisch groot en in principe slaat het lange termijn geheugen de gegevens voor altijd op, zolang deze maar geregeld herhaald worden. maar ook de belangrijkheid of een emotionele waarde die aan een belevenis gekoppeld is speelt een rol bij de opslag. Het huwelijksdiner van 10 jaar geleden bijv. weet je vaak nog feilloos en de magnetronmaaltijd van gisteren kan je wel helemaal vergeten zijn en er pas na veel moeite weer opkomen.

Zo gaat het ook met namen en woorden. Hoe vaker je het oproept hoe makkelijker je het onthoudt. De meeste woorden zijn voor ons niet belangrijk genoeg om te onthouden, dus daarmee vast te zetten in ons lange termijn geheugen. Diegenen die er toe doen, die weet je echt wel!