wat is het verschil tussen imitatie en inprenting?

Inprenting betekent dat er iets in de omgeving zodanig wordt opgeslagen in de hersenen, dat het er nooit meer uitgaat.
Bijvoorbeeld voor een baby: de stem van de moeder.
Imitatie betekent nadoen, datgene herhalen dat je ziet of hoort.

Inprenting komt vaak voort uit imitatie.
Denk daarbij maar aan de peuter die alles nadoet wat moeder doet.
Op deze manier ontstaat ook de inprenting bij veel jonge dieren.

Inprenting is de term voor het leerproces waarbij vroege sociale interacties een grote rol spelen bij de ontwikkeling van het gedrag.
Voor inprenting is er meestal sprake van een 'tijdvenster'. Buiten die periode is inprenting voor dat specifieke gedrag onmogelijk of moeilijk.

In de bron vind je hoe dat plaats vind bij kleuters en heel jonge kinderen. En ook het beroemde voorbeeld van de ganzen die een paar laarzen als voorbeeld accepteerden.

Inprenting is meer het vastleggen van een waarneming in het geheugen. Dat gebeurt vaak bij jonge kinderen en jonge dieren. Dat op die manier geleerde gaat bij het kind of het dieren horen.

Imitatie is het nadoen van het gedrag van soortgenoten.
Dat zie je bij pubers die elkaar nadoen in gedrag en kleding.
Dat nagedane gedrag hoeft niet echt een tweed natuur te worden, want na een poosje doe je weer iets of iemand anders na.