Waar komen toch zo snel die honderden mestkevers vandaan?

Mestkevers komen vooral veel voor op droge, zandige grond. Ze hebben voelsprieten waarmee ze mest op grote afstand kunnen ruiken, dus als er mest ligt komen ze er heel snel op af.

Ze wonen in holletjes onder de grond.
Ze leven van het eten van mest, maar maken ook bolletjes van de mest die ze naar hun hol slepen om ze in een kamertje in hun hol te leggen en er daarna een eitje in te leggen. Onder de grond wordt het eitje door de warmte van de mest vanzelf uitgebroed en de mestkever-larve kan, als hij uitkomt, meteen aan het eten beginnen.

Mestkevers zijn heel belangrijk voor de bodemvruchtbaarheid op arme zandgronden: ze 'injecteren' de mest in de bodem door de bolletjes in de grond te stoppen.