Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Antwoorden (5)

De mossel (mytilus edulis) is een tweekleppig schelpdier. Net als de oester,
venusschelp, sint-jakobsschelp en kokkel. De voortplantingsperiode is in april, mei en
juni.

In die tijd zitten de mosselen vol geslachtscellen en dat maakt ze er niet lekkerder op.
Daarom is de mossel dan niet geschikt voor consumptie en loopt het mosselseizoen van
half juli tot half april. Een vrouwtje stoot in april één tot vijf miljoen eitjes uit. Het
mannetje stoot zaadjes uit. De bevruchting vindt in het water plaats. Na enkele weken
moeten de eitjes bevrucht zijn en gaan ze leven. Na drie weken zijn larven veranderd in
piepkleine mosseltjes met schelpjes.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Er zijn verschillende soorten schelpen.

Dit is de voortplanting van tweekleppigen bvb mosselen en oesters.

De tweekleppigen zijn van gescheiden geslacht en planten zich uitsluitend geslachtelijk voort.
De mannetjes hebben gelobde gonaden in de voet die uitmonden aan de uitstroomopening. Ze lozen hun zaad dan ook vrij in het water.

Bij de zoetwatermossel komt het zaad met het instromende water binnen bij de vrouwtjes, passeren de kieuwporiën en worden binnen de kieuwzakken vastgehouden, waar de bevruchting plaatsvindt.

De zygote (bevruchtte eicel) ontwikkelt zich in de kieuwzakholte tot een tweekleppige larve die glochidium genoemd wordt. Aan de rand van de schelpkleppen bezit glochidium schepre tanden waarmee het zich aan de kieuw van een vis kan vastbijten.

Op de kieuwen van de vis parasiteren ze een tijdje tot ze loslaten en zelfstandig gaan leven. Bij de mariene mosselen werpen ook de vrouwtjes hun eieren in het water en de bevruchting heeft dus in het water plaats. Daarbij ontstaat eerst een trochophora en daarna een veliger larve (zie slakken).
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Schelpen planten zich voort door op een bepaald moment eitjes en sperma in het water vrij te laten. Deze versmelten en de gevormde larve blijft een tijdje 'rondhangen'. Ze worden eventueel meegenomen met de stroming naar andere gebieden. Na een aantal dagen of weken (afhankelijk van de soort, de watertemperatuur en andere omgevingsfactoren) begint deze larve een piepklein schelpje te ontwikkelen. Hierdoor worden ze zwaarder en zinken ze naar de bodem. Daar blijven ze dan hun hele verdere leven.

Hoe zo een schelp nu juist groeit en zijn vorm krijgt, kun je nalezen in een eerder beantwoorde vraag in 'ikhebeenvraag.be': Hoe wordt een schelp gevormd? (zie http://www.ikhebeenvraag.be/vraag/1165).
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Gelijktijdig worden door de vrouwtjesschelpen eitjes en door de mannetjesschelpen zaadcellen uitgestoten, hiervan bevrucht een deel elkaar en hieruit ontstaan larven. Deze larven gaan waar de stroming ze voert en ontwikkelen na ongeveer een maand een schelpje.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Schelpen hebben inderdaad een probleem, omdat ze nogal plaatsgebonden zijn. De schelpen in zee gebruiken getijdestromen om hun zaad in het water te laten stromen, waarbij de vrouwelijke dieren de zaadcellen weer uitfilteren. De larve van de schelp zoekt vaak een hard voorwerp om zich op te hechten, andere schelpen leven in het zand en hebben dat niet nodig.
De mosselen in het zoete water hebben een groter probleem, omdat ze als het ware uit de rivier gespoeld worden. Daarom gebruiken mosselen dezelfde bevruchting als in het zoute water, maar laten ze hun larven door vissen vervoeren, de larven hechten zich tussen de schubben van vissen, waardoor ze stroomopwaarts kunnen komen.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding