Heb je alleen bacillen als je ziek bent? Of heb je ze altijd op je handen?

zie
http://www.intermediair.nl/artikel//206421/zeep.html#reacties

Ik denk dat je meer dan eens (wie weet altijd) bacillen op je handen/huid hebt, maar je wordt er alleen ziek van als je er vatbaar voor bent. Dit weet ik dus niet zeker, het is mijn inschatting

Bacillen is een ander woord voor meestal ziektekiemen

Op je handen en je huid (en ook in je lijf) zitten diverse bacterien en schimmels, de meeste onschuldig en vaak nuttig maar er zijn er ook waar je ziek van kunt worden.

Wij hebben ooit als test onze hand moeten afdrukken in agar (dat gebruik je om bacteriekolonies te laten groeien en dan kun je ze met het blote oog zien en tellen).

Daarna mochten we onze handen wassen zolang we wilden en toen opnieuw afdrukken.

tot onze verbazing kwamen er toen nog meer bacteriën op de agar (wat ze er mooi niet bij hadden gezegd is dat dit door onze vochtige handen kwam en dat we door al dat wassen, ook allerlei bacterien los hadden gemaakt die in huidplooien zaten).

Maar geen zorg, de meeste zijn echt onschuldig en zelfs nuttig (zonder bacterien zouden je darmen niet goed werken). En die lekkere blauwe kaas zit ook vol (onschuldige) schimmels.

In bijv poep kan wel ziektemakende e-coli zitten vandaar dat handenwas advies (ondanks mijn verhaal van hierboven maar die e-coli was je dan wel voor het grootste deel af)

tot slot wordt je ook alleen ziek als je meer schadelijke bacteriën binnen krijgt dan je weerstand aan kan, daarom worden ouderen en zwakkeren wel ziek (soms) van een toetje met rauwe eieren en anderen krijgen er niks van.

Tot slot: als je TE hygienisch leeft ben je helemaal niet meer gewend aan bacterien en dat is ook niet goed voor je weerstand, dan wordt je ook weer sneller ziek

Een bacil is een staafvormige bacterie. Deze staafjesvorm wordt gekenmerkt door een tweepolig cellichaam: bij deling van de 'moedercel' ontstaat aan beide uiteinden van de bacil een zogenaamde 'dochtercel' die een lichaams-as hebben in dezelfde richting als de moedercel.

Bacillen kúnnen ziekten veroorzaken, bijvoorbeeld de tuberkelbacil (mycobacterium tuberculosis) is de bacil die tuberculose veroorzaakt. Echter de verwarrende term 'cholerabacil' klopt niet, omdat cholera niet wordt veroorzaakt door een bacil, maar door een vibrio. Een ander onjuist gebruik van de term is 'malariabacil' - dit klopt al helemaal niet omdat malaria wordt veroorzaakt door een parasiet en niet door bacillen.

Overigens zijn lang niet alle bacillen en bacteriën ziekteverwekkend. De meeste daarvan zijn juist zeer nuttig bij het opruimen van dode organismen en andere dode stoffen in de natuur. Ook in onze darmflora hebben bacillen een functie bij het verteren van voedsel, bijvoorbeeld de lactobacillen.

Ze kunnen in principe op en in je lichaam zitten, maar in principe niet die bacillen die ziekten veroorzaken. Die worden overgebracht door reeds besmette personen.
Denk aan tbc.

Schrik niet. Een volwassen mens draagt gemiddeld anderhalve kilo bacteriën met zich mee gedurende zijn hele leven. De meeste bacteriën leven in het maag-darmkanaal, waar ze een nuttige functie kunnen hebben voor de spijsvertering en de aanmaal van vitamine K, nodig voor de bloedstolling.

Ook in de luchtwegen, in de mond-neus-keelholte en op de huid leven vele bacteriën, die daar geen kwaad doen bij een gezond mens dat de gebruikelijke hygiëneregels hanteert.

Al die bacteriën leven dus aan de buitenkant van ons lichaam. Ook het maag-darmkanaal en de luchtwegen behoren tot de buitenkant omdat het in feite open verbindingen zijn met die buitenwereld.

Infectieziekten krijg je alleen als er bacteriën je lichaam binnendringen. De plek waar bacteriën binnendringen heet een 'porte d'entrée'. Dat kan een klein stukje zijn zoals in de huid waar je bijvoorbeeld een steenpuist of krentenbaard kunt krijgen of de slijmvliezen van de luchtwegen met als voorbeelden verkoudheid en griep, die overigens door virussen worden veroorzaakt.

Dringen die bacteriën dieper in de lichaamsweefsels door dan ben je daar meestal zieker van. Dat kan via een diepe snijwond zijn, waardoor bacteriën die geen zuurstof nodig hebben de kans krijgen (tetanus) maar ook inwendige organen zoals de maag, de lever en het hart kunnen door bacteriën of virussen ontstoken raken.

In de meeste gevallen is er ook sprake van een verminderde lichamelijke weerstand waardoor bacteriën eerder de kans krijgen om zich te vermenigvuldigen en weefsel aan te tasten.