Waarom staat de maan elke keer op een andere plek?

Eerst even iets over de zon, en de afwisseling van dag en nacht.
Doordat de aarde ronddraait, zien wij elke ochtend de zon opkomen. En ’s-avonds ondergaan.

Als de maan in datzelfde tempo rondjes rond de aarde zou draaien, zouden we die ook in diezelfde regelmaat zien opkomen en ondergaan.

Máár omdat de maan ietsje langzamer rond de aarde draait (in vergelijking met hoe snel we de zon telkens weer zien), is het tijdstip dat-ie opkomt elke dag iets later. Zodoende verschuift de periode dat hij voor óns bóven de horizon is. Nou, en daardoor verschuift het tijdstip van opkomen en dat van ondergaan dus, en ook daardoor staat ie soms een aantal dagen mooi door de (voor ons ’s nachts onzichtbare) zon beschenen aan de avondhemel of nachthemel. Maar drie of twee weken later is-ie ook wel regelmatig bij ons in de lucht, maar dan zien we hem meestal niet, want dán is-ie overdag aanwezig, en overdag valt-ie normaal niet op tegen de vrij lichte blauwe lucht.

De maan is altijd érgens op aarde boven de horizon (maar niet altijd bij ons), en áls hij wel bij ons boven de horizon is, dan nóg zie je hem alleen maar als het op dat moment donker is. Want overdag valt hij aan de blauwe hemel helemaal niet op.
De maan draait dus in een ander tempo rond de aarde dan het tempo waarin wij de zon zien opkomen en ondergaan. Daardoor is hij nu eens een aantal dagen mooi zichtbaar aan de donkere hemel, en dan weer een tijdje niet.