Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Verandert het water op één van de planeten als twee planeten achter elkaar vliegen?

Stel je hebt twee hemellichamen één zo groot als de aarde en de ander zo groot als de maan. Die reizen samen door het heelal waarbij de kleinste achter de grote aan reist met dezelfde snelheid. Tussen de twee lichamen is de afstand 400.000 km. De kleinste planeet is geheel omhuld met water.

Wat gebeurt er dan met het water op die planeet? Blijft dat gelijkelijk verdeeld over die planeet of krijgt je ergens een vloedberg of komen de twee planeten steeds dichter bij elkaar, waarna het water gelijkelijk zal worden verdeeld over die twee?

Ik vermoed dat ze naar elkaar toe gaan, maar ben daar niet zeker van, en ook niet of het water zal worden beinvloed door die andere planeet.

9 jaar geleden
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Antwoorden (1)

De planeten "reizen met dezelfde snelheid achter elkaar aan", schrijf je. Aangezien snelheid relatief is, kun je deze twee planeten bekijken vanuit een meereizend coördinatenstelsel. De natuurkunde blijft dan gelijk.

In ons nieuwe, meereizende coördinatenstelsel hebben we nu twee planeten die beide stilstaan, op een afstand van 400.000 km.

Nu is eenvoudig in te zien dat de onderlinge zwaartekracht ervoor zal zorgen dat ze zich naar elkaar toe zullen bewegen, en uiteindelijk op elkaar zullen knallen - waarschijnlijk met catastrofale gevolgen.

De zwaartekracht neemt af met de afstand. Zolang de twee planeten nog naar elkaar toe bewegen betekent dat, dat planeet M harder aan het water van planeet A trekt dat aan de kant van M zit dan aan planeet A zelf. Evenzo trekt M harder aan A dan aan het water dat zich aan de andere kant van A bevindt.

Het water rond planeet A zal dus worden uitgerekt tot een soort ei-vorm. Overigens zal planeet A zelf ook worden uitgerekt tot een ei-vorm, maar als we aannemen dat A zelf minder vervormbaar is dan het water op A, zal die vervorming navenant kleiner zijn - maar niet nul. Evenzo zal de aantrekkingskracht van A om M, die immers ook afneemt met de afstand, ervoor zorgen dat ook planeet M een ei-vorm krijgt.

Dit alles geldt als A en M niet om hun as roteren. Doen ze dat wel, dan blijft het bovenstaande gelden, maar dan zal de ei-vorm niet naar de andere planeet wijzen, maar daarvan afwijken.
 
Cryofiel
9 jaar geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing