Waarom geeft aardse verstrooing meer licht en 'kosmische' verstrooing minder licht?
300.000 jaar na de oerknal verbonden de elektronen zich met de protonen (en neutronen) om vervolgens waterstofatomen mee te vormen. Het aantal vrije elektronen werd daardoor aanzienlijk verminderd.
De theorie luidt dan dat de fotonen na recombinatie minder werden verstrooid door de elektronen waardoor het heelal doorzichtig werd.
Nu vind er ook verstrooing plaats in onze atmosfeer van zonlicht door de luchtmoleculen en creeert daarmee hoofdzakelijk een blauwe lucht. Ik vermoed dat als zonlicht niet zou worden verstrooit door luchtmoleculen het er op aarde wat donkerder zou uitzien (zoals bijv. op Mars).
Maar waarom geeft aardse verstrooing nou meer licht en 'kosmische' verstrooing minder licht?