Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Is de oortwolk ooit indirect gezien?

Ik begrijp dat de oortwolk een hypothese is bedacht door dhr. Oort om kometen te verklaren. Maar als je naar andere sterren kijkt met sattelieten of aardse telescopen moet je toch een verstoring zien als je naar andere sterren kijkt die daar achter liggen?

10 jaar geleden
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Het beste antwoord

De 20 - 30 nieuwe kometen die jaarlijks worden waargenomen vormen natuurlijk een indirecte aanwijzing voor het bestaan van de Oortwolk. Dat is waarom die wolk bedacht is. Maar dat bedoelt de vraagsteller denk ik niet.
Er is inderdaad een andere methode om indirect het bestaan van de Oortwolk aan te tonen. Namelijk door veranderingen in sterlicht te detecteren die verklaard kunnen worden door het passeren van een Oortwolkobject tussen de ster en ons in. Er zijn drie effecten die in principe meetbaar zijn:
1. bedekkingen en overgangen: het oortwolkobject bedekt de ster geheel of gedeeltelijk, waardoor een karakteristieke "dip" in de lichtcurve ontstaat. De afmeting van het object kan hieruit worden afgeleid.
2. diffractie: het sterlicht buigt om het oortwolkobject. Dit effect is afhankelijk van de golflengte van het licht en levert daarom heel karakteristieke patronen op waaruit de aard van het oortwolkobject kan worden afgeleid.
3. microlensing: dit wordt veroorzaakt door de zwaartekracht die het oortwolkobject op het sterlicht uitoefent en geeft dus een indicatie voor de massa van het object.

NB. ik vind veel bronnen met deelinformatie en gedetailleerde onderzoeksresultaten, maar geen algemeen verhaal waarin dit duidelijk wordt uitgelegd.
WimNobel
10 jaar geleden

Andere antwoorden (1)

het is professor Gerard Kuiper geweest die juist door indirecte aanwijzingen concludeerde dat de oortwolk dichterbij was dan voorheen aangenomen.

://nl.m.wikipedia.org/wiki/Kuipergordel


Het bestaan van de Kuipergordel werd in 1951 gesuggereerd door de Nederlands-Amerikaanse astronoom Gerard Kuiper. In 1950 had Jan Oort de theorie geponeerd dat zich op een afstand van 100.000 AE (1 AE is ca. 150 miljoen km) van de zon een sfeer moet bevinden van waaruit kometen op ons zonnestelsel afkomen. Dat gebied wordt de Oortwolk genoemd. Kuiper meende dat er op relatief korte afstand eveneens zo'n gordel moest zijn. Bovendien bood het een verklaring voor het ontstaan van Pluto, één van de dwergplaneten van ons zonnestelsel, die zich bevindt aan de binnenste rand van de Kuipergordel.

“We gebruiken simulaties van de totstandkoming van de Oortwolk om aan te tonen dat ongeveer vier procent van de kleine hemellichamen in de Oortwolk op 2,5 AU van de zon moeten zijn ontstaan,” zo schrijven de onderzoekers. AU staat voor ‘Astronomical Unit‘ en 1 AU is bijna 150.000.000 kilometer (vergelijkbaar met de afstand tussen de aarde en de zon). Simulaties wijzen er dus op dat een deel van de objecten in de Oortwolk relatief dicht bij de zon moet zijn ontstaan. “En zijn dus ijsvrije hemellichamen bestaande uit steen en ijzer.” Oftewel: het zijn geen kometen, maar planetoïden.

Het onderzoek suggereert dus dat de Oortwolk deels uit planetoïden bestaat. Het zou om zo’n slordige acht miljard planetoïden gaan. Die planetoïden kunnen een gevaar vormen voor de aarde. Met name omdat ze heel moeilijk te zien zijn. Maar, zo stellen de onderzoekers ons direct gerust, een catastrofale botsing tussen zo’n Oortwolk-planetoïde en de aarde zou slechts één keer in de miljard jaar voorkomen.
10 jaar geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing