De afstand van onze waarnemingshorizon in elke richting 13,7 miljard lichtjaar, kan dit, ?aangezien we langs een kant de oerknal hadden= uitdijend

Dat zou het geval moeten zijn als de oerknal een proces was geweest dat lineair zou zijn verlopen. Dat wordt het horizon probleem genoemd. Dat is dat delen van het heelal die tijdens de oerknal, vanwege de eindigheid van de lichtsnelheid, niet met elkaar in contact kunnen zijn geweest, verschillende kenmerken zouden moeten hebben. Bijvoorbeeld de temperatuur van de achtergrond straling zou anders moeten zijn in tegenovergestelde richtingen. Dit is echter niet het geval.

Dit wordt verklaard door de kosmische inflatie theorie die stelt dat in het begin van de oerknal de ruimte korte tijd exponentieel uitdijde. Voor deze inflatie periode was het heelal zo klein dat alle gebieden al met elkaar in contact hadden gestaan. Het resultaat van de inflatie is ook dat wij maar een heel klein deel van het heelal zien. Het is dus veel groter dan het bolletje met een doorsnede van 27,4 miljard lichtjaar dat wij zien.

Je gaat ervan uit dat de oerknal een gebeurtenis is die ergens, op een bepaalde plek, in ons heelal heeft plaatsgevonden. Maar dat is niet zo.

Bij de oerknal ontstond het heelal. Elke plek ontstond op dat ene moment.

Daarom is het niet mogelijk een plek in ons heelal aan te wijzen en te zeggen dat de oerknal daar, op die plek, plaatsvond. In werkelijkheid heeft de oerknal *overal* plaatsgevonden.

We zien dan ook dat het heelal homogeen is. Dat wil zeggen dat het heelal er op elke plek hetzelfde uitziet (niet op detailniveau van zonnestelsels, sterrenstelsels of clusters van sterrenstelsels; wel op een wat grover niveau, zeg maar op een schaal van 250 miljoen lichtjaar).

Dit verklaart meteen het feit dat onze waarnemingshorizon in elke richting 13,7 miljard lichtjaar is. Er is geen voorkeursplek en geen voorkeursrichting, alle plekken en alle richtingen zijn gelijkwaardig.
 

Toegevoegd na 1 minuut:
 
Jouw waarnemingshorizon verschilt trouwens van de mijne.

De waarnemingshorizon is namelijk een bol met een straal van 13,7 miljard lichtjaar en jou als middelpunt. Aangezien jij en ik niet op dezelfde plek zitten, heb jij een andere waarnemingshorizon dan ik. Er zijn dus delen van het heelal die jij wel kunt zien maar ik niet, en delen die ik wel kan zien maar jij niet.