Waarom zie je als je 's nachts naar de hemel kijkt meestal aan de ene kant heel veel sterren en aan de andere kant bijna geen?

Dit heeft te maken met het licht wat er op de aarden geproduceerd wordt. In de stad zijn de sterren slecht te bezichtigen. Ook bij kassen kan het zicht belemmerd worden.

In de woestijn zal je de mogelijkheid hebben om alle sterren prachtig te kunnen bezichtigen. Er zijn natuurlijk ook anderen plaats.

Fijnstof bevindt zich niet alleen in onze steden en langs onze snelwegen, het raakt ook hoger in de atmosfeer. Fijnstof en gecondenseerde waterdamp weerkaatsen het laatste licht van de zon en het licht wat door snelwegen en steden omhoog wordt geworpen. Dit teruggekaatste licht verhindert ons de kleinste sterren te zien.
Dat dat effect bij jou vooral aan een hemelhelft optreedt komt waarschijnlijk omdat er aan die kant meer steden zitten en is dus toeval.

Het kan inderdaad door lichtvervuiling komen, zeker als je vanuit de stad kijkt. Een andere voor de hand liggende verklaring is het restlicht van de ondergaande zon. Lang nadat deze in het westen is ondergegaan, wordt het licht nog door de atmosfeer aan de horizon weerkaatst. Hierdoor zie je na zonsondergang de meeste sterren in het oosten, terwijl je vóór zonsopkomst de meeste sterren in het westen ziet.

Zeg maar gerust dat je in Nederland bijna geen sterren ziet , waar je ook kijkt.
Met een sterrenkijker echter zie je boven , veel meer sterren omdat je pal op onze Melkweg kijkt ; met het blote oog lijkt dit als een sluier.
Voor de rest is het deel wat we zien vrij egaal.
Wat kan zijn is dat de Westelijke richting nog niet volledig verduisterd is na de Zonsondergang of dat je in het Oosten kijkt n-, net vóor Zonsopgang.
Wanneer er een lichtbron in de buurt is (bijvoorbeeld een stad , verkeersknooppunten) zal je automatisch nog veel minder sterren zien.