Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Antwoorden (1)

Dat daar sneeuw kan voorkomen, komt doordat het kouder wordt hoe hoger je komt. Dat je wat dichter bij de zon bent is een miniem verschil dat geen invloed heeft.

"De zon bevindt zich op 150 miljoen kilometer van de aarde en die ene kilometer hoger of lager levert een nihil verschil aan zonnestraling op. Bovendien wordt de lucht niet direct opgewarmd doordat de zon op de lucht schijnt, maar omdat de zon het aardoppervlak verwarmt. De warmte geeft de grond dan weer af aan de lucht. Op een zonnige dag is het aan de grond dan ook altijd warmer dan op wat grotere hoogte. Maar dat is niet de belangrijkste reden waarom het hoger in de bergen frisser is. De zon warmt namelijk ook daar het grondoppervlak op waardoor de lucht opgewarmd wordt.

De belangrijkste reden voor de lagere temperaturen op grotere hoogte is dat de lucht daar ijler is omdat de luchtdruk afneemt met de hoogte. Dat is als volgt te verklaren. Hoe hoger je komt, hoe minder lucht er nog boven je aanwezig is en op je drukt. Daardoor is de luchtdruk lager en worden de luchtdeeltjes minder samengedrukt dan lager in de atmosfeer. De temperatuur van de lucht is eigenlijk niets anders dan de energie die luchtdeeltjes hebben doordat ze bewegen. Als er nu in een kubieke meter minder luchtdeeltjes aanwezig zijn, dan is er ook minder bewegingsenergie in deze inhoud aanwezig. En minder bewegingsenergie resulteert dus in een lagere temperatuur.

Hoeveel kouder wordt het eigenlijk als je hoger komt? De afname van de temperatuur met de hoogte is afhankelijk van de vochtigheid van de lucht. Bij droge lucht is de afkoeling per meter stijging het grootst, namelijk 1 graad per 100 meter. In de onderste kilometers van de atmosfeer kun je daar vaak vanuit gaan en dat geldt zeker op een zomerse dag. Is de lucht vochtig dan spelen processen als condensatie en verdamping een belangrijke rol en is de afkoeling minder dan 1 graad per 100 meter. De afkoeling per 100 meter stijging ligt dan tussen 0,5 en 1 graad in (ofwel 1 graad per 100 tot 200 meter)."
(Lees meer...)
8 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Als lucht opstijgt zonder condensatie neemt de temperatuur af met 1°C per 100 m. Als er een evenwichtssituatie is ontstaan, de lucht dus niet meer stijgt of daalt, is het temperatuursverschil 0,6°C per 100 m.
De afwijking door condensatie is afhankelijk van de temperatuur. Bij een hogere temperatuur condenseert er veel meer water bij een graad temperatuursverschil dan bij een lagere temperatuur.
Bordensteker
8 jaar geleden
In aanvulling op mijn eerste antwoord: het was even zoeken, maar ik heb een tijdje geleden zélf al eens een tekst over het onderwerp geschreven. Die heb ik nu een beetje aangepast zodat ik ook mijn eigen uitleg nog kan geven. Dat het hoog in de lucht en in de bergen bij de eeuwige sneeuw heel koud is, komt door de ijlheid van de lucht op grote hoogte. Het is op grote hoogte door die dunne lucht heel koud, en doordat het zo koud is valt de neerslag als sneeuw, die vervolgens haast niet wil smelten. Want daar schijnt soms wel de zon, maar zonnestralen maken een sneeuwdek of ijsdek amper warmer: de witte kleur weerkaatst de zonnestralen en houdt de berg ijskoud, óók in de zon. De oorzaak is adiabatische afkoeling (afkoeling door uitzetting) onderweg tijdens het stijgen van beneden opgewarmde lucht.
De zon verwarmt niet rechtstreeks de dampkring (de lucht dus), maar het aardoppervlak. Zonnestralen kunnen alleen voorwerpen verwarmen waar ze op neerkomen. Asfalt wordt in de zon warm. Droog zand ook. Maar de lucht zelf, daar gaan ze finaal doorheen. Het aardoppervlak warmt dus wél op in de zonnestralen, vooral als de zonnestralen steil binnenvallen (als dus de zon in de zomer cq in de tropen hoog aan de hemel staat). Als dat opwarmen begonnen is, wordt het onderste luchtlaagje mee opgewarmd door geleiding: doordat de lucht op de aarde ligt. Warmgeworden lucht is dunner en lichter geworden en gaat dus opstijgen. Met het stijgen wordt de luchtdruk geleidelijk minder (want er rust een dunner deel van de dampkring op; het gewicht van de lucht boven een waarnemer (op de grond nog 1,228 kilo per kubieke meter) veroorzaakt de luchtdruk die die waarnemer ervaart. De aan het aardoppervlak opgewarmde en nu stijgende lucht verliest dus druk onderweg; hij zet uit doordat de druk steeds even groot is onderweg als van de lucht waar hij doorheen stijgt. En van dat uitzetten, daar wordt-ie almaar kouder van. Als je lucht samenperst, wordt je fietspomp onderaan warm. En als lucht juist uitzet, dan koelt-ie af. En daarom is de lucht hoog in de bergen dus zo koud. Op de skipiste kan het nog wel lekker aanvoelen, maar dat komt dan door de kracht van de zonnestralen daar. De luchttemperaturr is zeker ’s nachts en uit de zon behoorlijk koud. Dat de bergtoppen een paar kilometer dichter bij de zon zijn, scheelt haast niets: de zon is namelijk wel ongeveer 150.000.000 kilometer van de aarde vandaan. Op zo’n grote afstand maken enkele kilometers verschil niets uit.
Ozewiezewozewiezewallakristallix
8 jaar geleden
@Bordensteker Super antwoord !
Dikke plus ! (nu maar hopen dat de vraag niet verwijderd wordt omdat deze al eerder gesteld is, of zo. Je verdient nog een aantal extra plusjes, wat mij betreft.)
Erna55
8 jaar geleden
Plus. Zeer compleet antwoord.
erotisi
8 jaar geleden
Ondanks het uitgebreide antwoord toch nog een vraagje. Je zegt dat de opwarming van de atmosfeer door de zon niet rechtstreeks gebeurt. Grotendeels klopt dat denk ik wel maar toch zie ik soms teksten en plaatjes waaruit blijkt dat toch nog zo'n 20 % van de atmosfeer rechtstreeks verwarmd wordt door de zon. Maar misschien lees ik het verkeerd of bedoel jij iets anders (bijv. meer de onderste laag van de atmosfeer, al kan dat misschien door convectie verplaatsen naar beneden?). https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardse_straling#/media/File:Breakdown_of_the_incoming_solar_energy.svg 'Meer dan 25% van de beschikbare zonnestraling wordt weer de ruimte in gereflecteerd of verstrooid door stofdeeltjes en wolken alvorens ze de grond bereikt. De atmosferische gassen absorberen slechts 19% van het zonlicht dat aan de buitenkant van de atmosfeer beschikbaar is. 51% van de energie van de directe en diffuse zonnestraling wordt geabsorbeerd door het aardoppervlak.' https://nl.wikipedia.org/wiki/Stralingsbalans
Bordensteker
8 jaar geleden
@ erotisi
Het is aan mij lang geleden uitgelegd in funktie van de achtergrondkennis die ik moest hebben van voor de luchtvaart belangrijk processen in de atmosfeer. Dat de atmosfeer zelf onderweg toch ook al een substantieel deel van de binnenkomende straling absorbeert (19% is bepaald niet niks), moet mij ontgaan zijn, of wellicht was dat in luchtvaartkringen toen (in 1972) nog niet zo bekend. In elk geval is het voor luchtvarenden en luchtverkeersleiders niet direct van belang.
Opvallend dat Weeronline dit aspect ook maar laat liggen, in het kader van een tekst die beknopt en begrijpbaar moet zijn. Ik neem nu echter voetstoots aan dat jouw bron op dit punt gewoon gelijk heeft.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Dus de warmte die van boven komt (de zon) verwarmt de lucht niet, maar die van beneden komt (de aarde) verwarmt de lucht wel?
Is dat wel logisch?
Bordensteker
8 jaar geleden
Ja, dat is logisch, als je weet dat de zonnestraling kortgolvig is, en dus grotendeels door de atmosfeer heendringt zonder energie te verliezen (de lucht wordt dáár niet warm van; de geleiding speelt maar een beperkte rol, zeker boven een besneeuwd oppervlak, zodat ook de lucht boven een besneeuwd oppervlak nog weinig opwarmt in de zon), terwijl het zodoende wél opgewarmde aardoppervlak (op lagere hoogte in de dalen en in gebieden dichter bij zee) met geleiding, verdamping van water, en het uitzenden van langgolvige straling de atmosfeer wél efficiënt opwarmt. “Aardse straling is de uitgaande warmtestraling van de Aarde. Zoals elk voorwerp met een temperatuur boven het absolute nulpunt raakt ook het aardoppervlak warmte kwijt door straling. Deze warmte is deels afkomstig van inkomende zonnestraling en deels van de aardwarmte. De atmosfeer absorbeert langgolvige straling beter dan kortgolvige, zodat de opwarming van de atmosfeer vooral via het aardoppervlak plaatsvindt. Van de uitgaande straling wordt 82% geabsorbeerd door de broeikasgassen in de atmosfeer. Daardoor is de gemiddelde temperatuur op aarde geen -18ºC, maar 15ºC.”
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardse_straling Dus niet alleen heeft de kortgolvige zonnestraling erg weinig effect op de luchttemperatuur hoog in de lucht, want hij moet eerst op niet-besneeuwde en niet-spierwitte grond omgezet zijn in langgolvige straling om lucht te kunnen verwarmen, maar ook doet de aardwarmte sowieso flink mee, en die komt uiteraard alleen van onderen.
Zie ook de door erotisi in zijn reactie genoemde afbeelding, die in Wikipedia pal naast de door mij hierboven geciteerde tekst staat. Het is ingewikkelde materie, en normaal zou je juist op de besneeuwde bergtoppen wijzen om iemand duidelijk te maken dat het daarboven kennelijk en ontegenzeglijk koud is ...

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding