Wat betekent ''Hout'' in plaatsnamen?

Zoals bekend, is het woord hout (Mnl. hout, Ohd. holz, Oe. holt etc.) thans nog alleen een
stofnaam (bijv. brandhout, timmerhout), terwijl het in de vroege middeleeuwen de gewone
benaming was voor ‘(hoogstammig) bos’. De oude betekenis van het woord hout ‘bos’ 1
bleef echter bewaard in zeer veel toponiemen. Daarin verschijnt het meestal als
grondwoord (bijv. in Hulshout) en soms als voorbepaling (bijv. in Houtvenne). Het woord
gaat terug op Germaans *hulta- en als grondwoord in composita kan het in attestaties van
plaatsnamen, afhankelijk van tijd en plaats, de vorm aannemen van -holt(e), -hout(e),
-holz, -out etc.

Het achtervoegsel hout of holt betekent bos. In vroeger tijden was er een bos in de directe nabijheid van de plaats.