Wordt het in de winter net zo snel donker als in de zomer?

De overgang van licht naar donker (schemering) duurt het langst in de zomer, in juni en juli. In de maanden maart en oktober is die het kortst.

Nee. De snelheid waarmee het donker wordt, of liever gezegd de duur van de schemering, varieert door het jaar heen. De "burgerlijke schemering" is gedefinieerd als de periode waarin de zon minder dan 6° onder de horizon staat. Het is in die periode nog mogelijk zonder maan- of kunstlicht de omgeving waar te nemen.
De burgerlijke schemering is het kortst wanneer de hoek die de baan van de zon aan de hemel met de horizon maakt het grootst is. Dat is rond het begin van de lente (21 maart) en het begin van de herfst (23 september). Op onze breedte (52° NB) is dat 34 minuten.
Bij het begin van de winter (21 december) is de burgerlijke schemering langer: 41 minuten. Maar bij het begin van de zomer is hij het langst: 50 minuten.
De duur van de schemering is ook sterk afhankelijk van de breedtegraad waarop je je bevindt. In de tropen kan de zon verticaal ondergaan en de schemering duurt dan slechts 24 minuten. En in de poolgebieden (vanaf 60° NB of ZB) zal het rond het begin van de zomer (21 juni bij de noordpool en 21 december bij de zuidpool) de hele nacht blijven schemeren. Nog dichter bij de pool gaat de zon op sommige dagen helemaal niet onder.

Als de aarde zo staat dat de zon op Nederland schijnt, dan is het bij ons dag. Als de zon op de andere kant van de aarde schijnt en het bij ons dus donker is, dan is het bij ons nacht. In een jaar tijd draait de aarde om de zon. En in een dag (24 uur) draait de aarde om zijn eigen as.
De aarde staat iets schuin, namelijk 23.5 graden. Hierdoor komt het dat de ene kant van de aarde meer licht krijgt en het aan de andere kant langer donker blijft. Hierdoor komt het ook dat het bij ons in de zomer langer licht is, en in de winter langer donker.

Hoe dichter men bij een keerpunt is, des te langzamer gaat het. Op velerlei terrein is dat een principe, zoals ook bij de zonnewendes. Zonnewendes zijn er op de kortste dag, de langste dag, midderdag en middernacht. In begin juli korten de dagen langzaam en in september snel. In begin januari lengen de dagen langzaam en in maart snel. Hetzelfde principe geldt voor de lengte van de schemertijd. Begint de schemering op 22 juni dichter bij middernacht, dan duurt de schemering langer. De schemering eindigt nog dichter bij middernacht. Dichter bij de poolcirkel wordt het dan niet helemaal donker. De zon blijft dan bij de horizon enige uren hangen. Op 22 december begint de schemering van licht naar donker evenveel uren na midderdag als op 22 juni voor middernacht. Het einde van de schemering is op 22 december verder van midderdag af dan die op 22 juni van middernacht af is. Dus de schemering duurt op 22 juni korter dan op 22 december. Het korts duurt de schemering op 21 maart en 23 september, want die begint 6 uur na midderdag en 6 uur voor middernacht, het maximum.
Op het noordelijk halfrond is het gemiddeld over het hele jaar korter donker naarmate je noordelijker zit. De zon is gemiddeld over het hele jaar net zo lang onder de horizon dan erboven. Maar als de zon onder de horizon is, zal er naast donkertijd ook schemertijd zijn. Net boven de poolcirkel is het op 22 juni 24 uur compleet licht. Op 22 december is het daar niet 24 uur compleetdonker, want daar is het rond midderdag een paar uur schemerig. Gaat men ca 6 graden boven de poolcirkel, dan is heet op 22 december wel 24 uur donker.

Toegevoegd na 3 uur:
Voorlaatste zin 1e alinea: Dus ........december: "korter" moet zijn "langer".