Waarom is de lucht verder weg minder blauw?

Hoe verder je wegkijkt, hoe meer stofdeeltjes er in je blikveld zweven, welke een grauwere kleur veroorzaken.

Naast de hierboven genoemde stofdeeltjes zijn er nog twee oorzaken:
1. de brekingsindex van lucht zorgt ervoor dat via de luchtlagen recht boven je hoofd vooral het blauwe licht jouw kant op komt. Het zonlicht gaat met een heel andere hoek door de luchtlagen die bij de horizon zijn en wordt daar niet in kleuren uiteen getrokken (dus blijft wit). Dat is ook de reden dat de kleur van het zonlicht bij zonsopkomst en zonsondergang anders is dan midden op de dag.
2. De tweede reden is de afstand die het licht aflegt door de luchtlagen. Recht boven je hoofd is de afstand door de dampkring het kortst, vlak boven de horizon het langst. Maar de eerste reden is de hoofdreden. Afstand en stof zijn secundair.

De kans om verstrooid te worden is het grootst voor violet, blauw en steeds langer golflengtes met kleinere kans (kans op Rayleigh scattering) neemt af met de golflengte tot de vierde macht.). Kijk je recht omhoog is de atmosfeer relatief dun en zijn de lichtstralen die je ziet misschien maar 1 keer verstrooid en is de kleur diepblauw. Hoe langer de weg die je door de atmosfeer aflegt hoe groter de kans dat de blauwe lichtstralen meerdere malen verstrooid zijn, maar er komen lichtstralen bij van wat langere golflengtes, die maar een keer verstrooid zijn, je ziet dus vanuit de verte blauwe fotonen komen die zeer vaak verstrooid zijn, maar ook gele die twee keer verstrooid zijn en rode die 1 keer verstrooid zijn, maar de kans voor elk foton om je oog uit die hoek te bereiken is dan bijna dezelfde.
Een tweede effect zijn heel ijle ijswolken die je vanaf de zijkant waarneemt. Het derde effect is dat er vlak bij de grond over het algemeen meer grotere verstrooiende deeltjes aanwezig zijn. Vaak is dat wel smog ofwel heiigheld van luchtvervuiling of terpenen van naaldbossen waar waterdamp op condenseert, maar de smog en heiigheid zijn te herkennen aan een gelige kleur. Stofdeeltjes zijn groter en daarom is de afhankelijkheid van verstrooiing en golflengte minder aanwezig.
De hemel lijkt niet violet, omdat we violet niet zo goed kunnen waarnemen, de kegeltjes in het oog zijn veel gevoeliger voor blauw.