Waarom zweven wolken?

Wolken bevatten minuscule waterdruppels of ijskristallen die zo licht zijn dat ze zweven.

Op de grond bevat lucht ook altijd water, maar in de vorm van waterdamp dat je niet kunt zien.

Doordat warme lucht opstijgt, stijgt de waterdamp ook mee. Hoe hoger de wolk, hoe kouder het wordt. In koude lucht kan minder waterdamp zitten en de druppeltjes ontstaan. De druppeltjes gaan zich aan stofdeeltjes hechten en zo zie je een zichtbare witte wolk die zweeft.

Mist is bijvoorbeeld ook een wolk die min of meer op straat ligt.

Toegevoegd na 9 minuten:
Wolken lijken ook vaak te zweven omdat ze vaak plat zijn aan de onderkant (stapelwolken). Op het grensvlak aan de onderkant is het koud genoeg en daar begint de condensatie, het onstaan van de kleine druppeltjes en dus het zichtbaar worden van de wolk. Omdat de temperatuur en de vochtigheid op een bepaalt moment en op een bepaalde plaats op ongeveer dezelfde hoogte gelijk is hebben die (stapel)wolken een platte onderkant die ongeveer op dezelfde hoogte begint. Daarboven blijft de lucht nog stijgen en krijg je een verticale uitbreiding.

Soms is de bovenkant echter wel plat. Dat doet zich voor als de temperatuur op een bepaalde hoogte niet meer afneemt, maar tijdelijk toeneemt; dat heet inversie. De luchtbellen kunnen dan niet verder meer opstijgen. Verschillende stapelwolken kunnen dan zelfs uitspreiden onder zo’n inversie, waardoor de bovenkant van zo’n wolkendek vrij egaal is. Vanuit een vliegtuig of luchtballon is dat prachtig te zien.