hoe kan je zien bij welk werkwoord het wederkerend voornaamwoord hoort?
bijv: zij kon zich niet langer beheersen.
pv= kon
wwg= kon zich beheersen
waarom hoort zich bij beheersen en niet bij kon en hoe kom je daar achter?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.