Waar kan ik informatie en uitleg vinden over het gebruik van naamvallen (en met name de 1e en 4e) in het Duits?
Ik snap de 1e&4e naamval & bezittelijke naamwoord niet in het duits?
Ik doe nu 2h/v en we zijn nu bezig met H.4
Ik heb op google niet echt een goede uitleg kunnen vinden hierover..
Mijn docent legt echt heel erg slecht uit.. ik snap er gewoon NIKS van.
Na de vakantie heb ik hier een toets over en het is meteen de eerste les na de vakantie.. dus ik kan moeilijk allemaal dingen gaan vragen.
Kunnen jullie mij misschien uitleggen hoe je het moet gebruiken en toepassen?
Of hebben jullie een site..
Ik moet meestal van die zinnetjes maken in de toetsen
Ik heb een oefentoets en daar staat een voorbeeld zin:
Ik voel mijn voeten. Zij doen pijn. = Ich fühle meine Füße. Sie tun weh
Alvast bedankt =)
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.