Is 'voorkant' een voorzetsel?

nee dat is geen voorzetsel.

Toegevoegd na 2 minuten:
hier enkele voorbeelden van voorzetsels : voor,in,op,tussen,achter enz
neem het woord kast en kijk wat je ervoor kunt zetten dan zijn het voorzetsels zoals :in de kast ,tussen de kast,voor de kast enz

Nee. Een woord is (grofweg) een voorzetsel als het tussen 'de vogel vliegt' en 'de kooi' gezet kan worden.

De vogel vliegt in/op/aan/naar/uit/van/onder/over/op/tussen de kooi etc. (Hoeft taalkundig niet te kloppen, als de zin maar loopt).

'De vogel vliegt voorkant de kooi' is overduidelijk geen jusite zin, dus is voorkant geen voorzetsel.

Het is gewoon een zelfstandig naamwoord. Je kunt er namelijk een lidwoord (de / het / een) voorzetten. DE voorkant. EEN voorkant.

Voorkant is een gewoon nederlands woord.
Dus dat kun je niet als een voorzetsel schrijven.

Nee. Gebruik als het nodig is een kast. Alles wat je voor 'kast' kan zetten is een voorzetsel. Voorbeeld, in, naast, door, op, tussen, tijdens, etc etc. Voorkant is geen voorzetsel.

Toegevoegd na 54 seconden:
Voorkant is een zelfstandig naamwoord.

nee, een voorzetsel kun je voor " de boot" zetten, dus bijvoorbeeld:
in de boot, op de boot, achter de boot, naast de boot, onder de boot enzovoort, voorkant de boot is niet juist, dus voorkant is geen voorzetsel, in, op, achter, naast en onder wel.

Voorkant is een zelfstandig naamwoord, omdat je er een lidwoord voor kunt zetten. De voorkant, een voorkant, het voorkantje. ( de namen van mensen, dieren dingen).

Een voorzetsel staat vaak voor het lidwoord ( NA de les ga ik naar huis= voorzetsel van tijd)
Duidt vaak een richting aan; (ik ga NAAR huis)
heeft vaak geen letterlijke betekenis ( ik werk OP de computer)

Je kunt testen of een woord een voorzetsel is door vóór -
'de kast' of vóó'r- 'de vakantie' kan zetten. ( op de kast, naast de kast

Toegevoegd na 11 minuten:
sorry, verkeerde knop gedrukt.

in de kast, tijdens de vakantie, na de vakantie enz)
In elk geval staat een voorzetsel altijd vóór een groep woorden. nooit alleen. Wij gaan morgen NAAR. kan dus niet want er staat niets achter. Daaraan kan je zien dat naar een voorzetsel is (omdat er een woord achter moet staan)
daarentegen ;Ik ga NAAR boven. Hier hoeven geen woorden achter en dan is het een bijwoord. ( boven is geen zelfstandig naamwoord omdat je er geen lidwoord voor kunt zetten ( de, het en een)

voor wel, kant niet en voorkant ook niet.
Een ezelsbruggetje:

een vogeltje vliegt (vul een voorzetsel in) het kooitje
Het vogeltje vliegt voor het kooitje, dit kan (voor is voorzetsel)

Het vogeltje vliegt voorkant kooitje, kan dus niet.