waarom kopen grote ondernemingen eigen aandelen in?

In theorie kopen bedrijven hun eigen aandelen terug als zij op een pot met geld zitten en even niet weten wat zij daarmee moeten doen. De schulden zijn genoeg afgebouwd en er staan geen interessante investeringen of overnames op de planning.
Dan heeft een bedrijf twee keuzes: óf het koopt eigen aandelen terug óf het keert extra dividend (of superdividend) uit. Maar dit laatste zet de beurskoers onder druk, waardoor een onderneming er vaker voor kiest om aandelen terug te kopen.
Ook voor aandeelhouders is een inkoopprogramma fijn: omdat het aantal uitstaande aandelen vermindert en de winst dus over minder aandeelhouders verdeeld hoeft te worden, stijgt de winst per aandeel. Beleggers worden bovendien enthousiast als een bedrijf aankondigt om eigen aandelen in te kopen, waardoor de beurskoers van het aandeel ook nog eens stijgt. Zo berekende vermogensbeheerder De Vries & Co dat het rendement van Europese aandeleninkopers over een periode van tien jaar gemiddeld 8 procent hoger lag dan de belangrijkste indices.

Er zijn ook nadelen aan het opkopen van eigen aandelen. Zo daalt het eigen vermogen, waardoor de verhouding tot de schulden kan verschuiven. Daarmee kan de onderneming als een risicovollere investering worden gezien, beleggers terughoudender worden en het aandeel links laten liggen.
Daarnaast wordt het ook wel eens door sommige beleggers uitgelegd als gebrek aan groeivisie, blijkbaar ziet het management geen goede investeringsmogelijkheden.