Hoe kan het dat een vliegtuig in de lucht blijft?

De mens heeft eeuwen geprobeerd om als een vogel te kunnen vliegen. Sommige uitvinders hebben zich ook lelijk bezeerd bij hun experimenten met zelfgebouwde vliegtuigen. Toch is het ons ongeveer 100 jaar geleden gelukt. Toen werd het eerste vliegtuig gebouwd.

Een vliegtuig kan vliegen door handig gebruik te maken van luchtdruk. Wanneer de vleugel van het vliegtuig door de lucht gaat, splijt hij de luchtstroom. Een deel van de lucht gaat daardoor over de vleugel, het andere deel eronder. De vleugels hebben een bolle bovenkant en een platte onderkant. Daardoor gaat de lucht boven de vleugel sneller dan de lucht eronder.

Omdat lucht die zich sneller verplaatst een lagere druk heeft, is de luchtdruk onder de vleugel groter dan erboven. Deze druk duwt de vleugel omhoog en veroorzaakt ‘opwaartse kracht’ of de ‘lift’ waardoor een vliegtuig in de lucht blijft.