Hoe wordt een vluchtnummer van een vliegtuig bepaald?

De airlines zijn vrij om deze nummers te kiezen, maar daarbij volgen ze vaak wel bepaalde conventies:

- Eerste vlucht van de dag van A naar B zou vluchtnummer 101 kunnen hebben, en dan heeft de terugvlucht nummer 102. De tweede vlucht van A naar B is dan 103.
- Vluchtnummer 1 kan gegeven worden aan speciale vluchten, zoals (vroeger) de ochtendvlucht met de Concorde van Londen naar New York.
- Vluchtnummers onder de 1000 zijn intercontinentale vluchten (of langere internationale)
- Nummers 1000-4999 zijn regionaal of b.v. binnen Europa
- Nummers 5000 tot 8999 zijn voor codeshares, bijvoorbeeld als maatschappij X vluchtnummer 0642 uitvoert, kan maatschappij Y een nummer 6642 gebruiken voor dezelfde vlucht.
- Boven de 9000 is voor vluchten om een toestel leeg van A naar B te vervoeren, in B stappen de passagiers pas in, en krijgt het een vluchtnummer onder de 9000.
- Na een (grote) vliegramp wordt het nummer vaak ongebruikt gelaten, en krijgt dezelde vlucht een ander nummer.