Hoe berekent de NS het aantal treinreizigers op stations?

Nu gebeurt het grotendeels op basis van de OV-chipkaart.
Op bepaalde treinstations hangen echter sensoren die de reizigersstromen in kaart brengen. NS noemt dit SMART Station: telsensoren (stereocamera’s) en sensoren die de Wifi- of Bluetooth-signalen opvangen van de smartphones, tablets en laptops die reizigers bij zich hebben. Ook zijn op de drukste plekken op de perrons telsensoren aanwezig die de lokale drukte meten.
Dit alles kan “realtime”: cijfers zijn direct beschikbaar.

Vroeger gebeurde het zo.
Wanneer een nieuw station geopend wordt, dan worden twee weken later voor het eerst het
aantal in- en uitstappers op één dag (meestal van 6.00 tot 22.00 uur) geteld. Een tweede telling vindt drie maanden na opening plaats. Daarna vindt er tot vijf jaar na opening, jaarlijks, een telling plaats in het voorjaar (april/mei).
De datum waarop geteld wordt, komt per station ongeveer overeen met de data waarop in
voorgaande jaren op dat station geteld is. De tellingen worden elk jaar op dezelfde dag van de week uitgevoerd, zodat de cijfers vergelijkbaar zijn. De aantallen in- en uitstappers verschillen namelijk per dag van de week.
Bij het vaststellen van een datum voor een stationstelling wordt gecheckt of er geen evenementen, werkzaamheden etc. gepland zijn. Dit kan namelijk een vertekend beeld opleveren van het aantal in- en uitstappers op een station.
Ook wordt per station bij elke telling gedurende dezelfde dagdelen geteld. De tellingen worden standaard uitgevoerd van 6 uur ’s morgens tot 22 uur ’s avonds. Doordat tellingen meerdere jaren achter elkaar uitgevoerd worden, ontstaat een beeld van de ontwikkeling van het aantal in- en uitstappers in de tijd.