hoe kon men op een fiets opstappen met een groot wiel?

Zo'n fiets noemt men een hoge bi (biciclette).
Even boven het achterwieltje zat er een steuntje met behulp waarvan men even kon steppen en als de gang er in zat kon men erop afzetten om een been over het zadel te kunnen zwaaien.
Echt scherpe bochten kon men er niet mee maken.

Deze fiets met een groot voorwiel heeft een grote bi.
En bi is afkomstig uit het Frans waar het bicyclette heet.
In het Nederlands dus een rijwiel.
Deze fiets was niet gemakkelijk op te fietsen, bij het minste bochtje of hobbeltje in de weg had je de kans op over het voorwiel heen te vallen.

En hoe deze mensen op zo'n fiets opstapte met een ladder of het kleine extra voetpedaaltje op de stang van onder het zadel naar het kleine achterwiel toe.

Je bedoelt de vélocipède, of de hoge bi.

Deze fietsen waren inderdaad erg moeilijk te bestijgen, te berijden, en af te stappen, doordat ze erg labiel waren. Ook sturen vereiste veel balanceerkunst.

Jonge mannen riskeerden inderdaad een harde val met deze voorlopers van de fiets. Voor vrouwen (met verplichte rokken) waren deze fietsen onbruikbaar.

Zie de beide Bronnen hieronder voor details.

Ik vermoed, dat de vélocipède ergens tegenaan werd gezet om het opstappen te vergemakkelijken.