Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Op deze pagina vind je alle vragen in de categorie Taal. Vragen over beeldende kunst, boeken en auteurs, dans en theater, etymologie, geschiedenis, musea en poëzie vind je in één van de gerelateerde subcategorieën.

Nieuwste vragen

Wat is het verschil tussen een hart van hout en steen?

Wat is een hart van hout ? Nick en Simon zingen in het nummer ‘hart van goud’ , ik vond er een van steen en ik vond er een van hout , opzoek naar een hart van goud ,
Ene zegt dat het kwetsbaar is een hart van hout , ander zegt ivm het nummer houten hart van een andere zanger dat het zoveel heeft meegemaakt het doet me niks meer , en weer anderen zeggen dat omdat het splintert dat iedere splinter een ding is wat het heeft meegemaakt

Bron:
https://www.woorden.org/spreekwoord.php?woord=hart

2 jaar geleden
in: Taal
4.9K
1

Waarom wordt in deze zinnen zo'n woordvolgorde gehanteerd?

Beste mensen, kunnen jullie alsjeblieft me helpen met een taalkundige kwestie? Hieronder staan een paar zinnen waarvan ik de grammaticale structuur niet kan beredeneren. Toch heb ik sterk het vermoeden dat ze correct zijn.

1. Je kunt nu al kruidnoten op de markt kopen.
2. Deze week heb ik voorverpakte sperziebonen in de supermarkt gekocht.
3. Zij en haar man hebben een huis in Amerika gekocht.

In principe dienen alle bijwoordelijke bepalingen in het middenstuk (in deze gevallen van plaats) links van een onbepaald lijdend voorwerp te staan. Maar in deze frases blijkt steeds de bijwoordelijke bepaling niet vóór maar juist na het lijdend voorwerp en vóór de tweede pool plaats in te nemen. Hoe is zulke woordvolgorde te verklaren? In de ANS heb ik dit aangetroffen:

Ik |heb| een nieuwe pen gisteren |gekocht.| <<uitgesloten>>

Heeft het ermee te maken dat in die voorbeelden de bijwoordelijke bepalingen door voorzetselconstituenten worden uitgedrukt die, als het ware, zich vrijer kunnen gedragen? Of zijn het in de aangehaalde zinnen helemaal geen bijwoordelijke bepalingen maar voorzetselvoorwerpen die niet de plaats van het onderwerp maar van het lijdend voorwerp nader bapalen? In zin 3 zou dat waarschijnlijk wel het gaval kunnen zijn maar in zinnen 1 en 2 is dat eerder toch niet zo. Als er iemand is die dit raadsel zou willen ontwarren zou ik het heel op prijs stellen.

Verwijderde gebruiker
2 jaar geleden
in: Taal
1.2K
1