Wat is het verschil tussen spierweefsels en vetweefsels?

Ga naar: navigatie, zoeken
Vetweefsel

Vetweefsel is een type verbindingsweefsel dat opgeslagen cellulair vet bevat. Zijn hoofdrol is energie in de vorm van vet op te slaan, hoewel het ook beschermt en het lichaam isoleert. Het heeft een belangrijke endocriene functie in het produceren van onlangs-ontdekte hormonen zoals leptine, resistine en TNF-α. Wit vetweefsel komt het meeste voor, maar zoogdieren kunnen ook bruin vetweefsel hebben. De cellen die het vet opslaan worden adipocyten genoemd.


Spierweefsel
Spiercellen bestaan onder andere uit myofilamenten. Myofilamenten bestaan uit myosine en actine. Deze contractiele eiwitten maken spiercontactie mogelijk. Er zijn drie typen spierweefsel: dwarsgestreept skeletspierweefsel, hartspierweefsel en glad spierweefsel.

Dwarsgestreept skeletspierweefsel wordt bijeen gehouden door bindweefsel in organen die skeletspieren worden genoemd. De skeletspieren worden middels pezen aan het skelet verbonden. De spieren vormen het vlees van het lichaam. Wanneer deze spieren contraheren trekken ze aan de huid, of botten. Hierdoor wordt beweging mogelijk. De skeletspiercellen worden ook wel spiervezels genoemd. De spiervezels zijn lange cilindrische cellen, die vele celkernen bevatten. De opvallende rangschikking van de myofilamenten geeft de skeletspieren een dwarsgestreept uiterlijk.

Hartspierweefsel is de belangrijkste component van de wanden van het hart. De contracties van het hart zorgen ervoor dat het bloed het hele lichaam wordt rond gepompt. Ook het hartspierweefsel is dwarsgestreept. Er zijn echter belangrijke verschillen: de hartspiercellen zijn eencellig en de cellen zijn vertakt en samengevoegd in een synictium. Hartspierweefsel kan afsterven bij een hartinfarct.

Glad spierweefsel heeft geen opvallende streping. De individuele cellen lijken op spoelen en bevatten een centraal gelegen celkern. Glad spierweefsel is te vinden in de wanden van holle organen (spijsverteringsorganen, urinewegen, uterus en bloedvaten). Als de gladde spieren contraheren, persen ze de inhoud door de organen.
Skeletspieren worden vaak willekeurige spieren genoemd, omdat de contractie van deze spieren onder de invloed staat van de wil. De andere spierweefsels zijn onwillekeurig.

Spierweefsel en vetweefsel is heel verschillend. Vetweefsel zit vaak onder de huid en heeft simpelweg als doel de opslag van vet.
Spierweefsel bestaat uit spierbundels die weer uit spiervezels bestaan. Spierweefsel ziet er dan ook ordelijker uit dan vetweefsel. Het zijn lange gestreepte banen. De spiervezels kunnen samentrekken. Daardoor kun je bewegen.
Wat je precies bedoeld met het 'nut tussen die twee' weet ik niet, maar spieren kunnen wel met vetweefsel te maken krijgen in die zin dat vet uit het vetweefsel gebruikt kan worden als energie voor de spieren.

Toegevoegd na 3 minuten:
Vetweefsel ziet er onder de microscoop zo uit:
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/2/27/Yellow_adipose_tissue_in_paraffin_section_-_lipids_washed_out.jpg/300px-Yellow_adipose_tissue_in_paraffin_section_-_lipids_washed_out.jpg

Voorbeeld van glad spierweefsel:
http://stevegallik.org/sites/histologyolm.stevegallik.org/images/Smooth%20muscle%2006.jpg