Hoe voorkom ik dat een nog-net-geen-blaar de volgende keer een blaar wordt?
Na een flinke roeitraining heb ik soms gevoelige plekken op mijn handen en vingers die op dat moment nog nét geen blaren zijn. De plekken zijn wel gevoelig, maar er zal bijvoorbeeld geen vocht onder komen en ze zullen ook niet opengaan. Normaal gesproken zullen de plekken pijnloos verdwijnen.
Als ik echter twee of drie dagen later opnieuw flink ga trainen, is er grote kans dat die plekken alsnog echte blaren worden.
Als ik nu na zo'n eerste training voel dat ik een paar van die bijna-blaren heb, hoe kan ik dan zorgen dat die plekken zo snel mogelijk 'genezen', zodat ik de volgende training niet alsnog blaren krijg?
Toegevoegd na 2 dagen:
Helemaal vergeten te vertellen:
Tape en pleisters zijn niet toegestaan. De blaren ontstaan namelijk door de schuifkrachten op de huid tijdens het roeien. Diezelfde schuifkrachten zorgen ervoor dat tape langs de randjes altijd een beetje verschuift. Daardoor komt de kleeflaag onder de tape vandaan.
Dat kleverige spul blijft aan de riem kleven. Het vormt kleverige klontjes die er heel moeilijk af zijn te krijgen. Je kleeft dan aan je riem vast, en dat is hinderlijk. Daarnaast zal de volgende roeier niet alleen vastkleven, maar ook blaren krijgen, juist vanwege die klevende klontjes.
Daarom is op onze vereniging alles met een kleeflaag verboden. Niet officieel, maar laat ik het zo zeggen: je maakt geen vrienden als je je hand of vingers beplakt met kleefspul.
In ieder geval succes ermee
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.