Wie wordt er bedoeld met 'haar' in Mt 5:28?
In Mt 5:28 staat de zin: "... iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd."
Wordt dan met 'haar' zijn eigen vrouw bedoelt of de vrouw naar wie je kijkt?
Indien dat laatste, hoe kun je overspel plegen met iemand waar je niet mee getrouwd bent?
Indien het eerste, waarom wordt 'met haar' dan genoemd in de zin?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.