Waarom bewegen orthodoxe joden op en neer bij het langdurig lezen van de thora?

Volgens de joodse leer is de ziel “waarlijk een deel van het Goddelijke”, en daarom verlangt hij er naar om weer verenigd te worden met, weer opgenomen te worden in het Goddelijke, precies zoals een kleine vlam wanneer hij bij een grotere wordt gevoegd daarin wordt opgenomen.

Onze ziel wordt, volgens die leer, de “kaars van God” genoemd. De vlam van een kaars is rusteloos, werkt zich naar boven om, het lijkt wel, van de pit en de kaars los te komen; want zo is het karakter van vuur: het heeft een opgaande beweging.

De ziel beweegt zich ook naar boven, net als de vlam van een kaars. Dat is ook een van de redenen waarom een jood automatisch heen en weer beweegt wanneer hij bidt.
"Want door middel van gebed verbinden wij onszelf met God, met een verheven gehechtheid van “geest tot geest”, en terwijl wij dit doen, flakkert hij en verheft de ziel zich om met God verenigd te worden."

Een Jood imiteert met zijn bewegingen dus de vlam van een kaars in de hoop zo een deel te zijn van de grotere vlam van God.