Zijn er nog mensen die 'oude' geloven aanhangen?

Volgens mij niet. Zolang een levensovertuiging niet gebaseerd is op de waarheid, maar op een mythologisch figuur zal deze overtuiging uiteindelijk altijd het onderspit delven. Kwestie van tijd waarmee de veranderende maatschappij de fouten doet verschijnen

Ja hoor...

Heksen zijn er nog wel en die doen wel praktijken die gebaseerd zijn op die oude geloven... En het zijn er meer dan je zo zou vermoeden, want je herkent ze niet aan een bezemsteel...

Nee hoor, deze religies zijn inmiddels dermate 'achterhaald' door aanvankelijk het Christendom met zijn ene enkele God en later natuurlijk de Verlichting dat er naar alle waarschijnlijkheid geen mensen meer te vinden zijn die nog oprecht geloven in een Pantheon of een Walhalla. Ongetwijfeld zijn er wel mensen die er mee kokettéren, zoals er ook (beduidend meer) mensen zijn die koketteren met hun eigen moderne interpretatie van allerlei oerreligies, maar dat zijn feitelijk buitengewoon moderne stromingen, die maar weinig met de echte oude oerreligies te maken hebben, en ook eigenlijk maar weinig met oprecht geloof ; 't is meer een soort lifestyle.

Aangezien het Jodendom en Hindoeïsme ongeveer uit dezelfde tijd of eerder stammen dan degenen uit je voorbeeld: Ja.

The Thunder, Perfect Mind
I was sent forth from the power,
and I have come to those who reflect upon me,
and I have been found among those who seek after me.
Look upon me, you who reflect upon me,
and you hearers, hear me.
You who are waiting for me, take me to yourselves.
And do not banish me from your sight.
And do not make your voice hate me, nor your hearing.
Do not be ignorant of me anywhere or any time. Be on your guard!
Do not be ignorant of me.
For I am the first and the last.
I am the honored one and the scorned one.
I am the whore and the holy one.
I am the wife and the virgin.
I am and the daughter.
I am the members of my mother.
I am the barren one
and many are my sons.
I am she whose wedding is great,
and I have not taken a husband.
I am the midwife and she who does not bear.
I am the solace of my labor pains.
I am the bride and the bridegroom,
and it is my husband who begot me.
I am the mother of my father
and the sister of my husband
and he is my offspring.
I am the slave of him who prepared me.
I am the ruler of my offspring.
But he is the one who begot me before the time on a birthday.
And he is my offspring in (due) time,
and my power is from him.
I am the staff of his power in his youth,
and he is the rod of my old age.
And whatever he wills happens to me.
I am the silence that is incomprehensible
and the idea whose remembrance is frequent.
I am the voice whose sound is manifold
and the word whose appearance is multiple.
I am the utterance of my name.