Uit welke stroming komt het gedicht Doodsstrijd - H. Marsman?
Het gedicht gaat als volgt:
H. Marsman- Doodsstrijd
Ik lig zwaar en verminkt in de hoek van de nacht
weerloos en blind; ik wacht
op de dood die nu eindelijk komen moet.
het paradijs is verbrand; ik proef roet,
dood, angst en bloed,
ik ben bang, ik ben bang voor de dood.
ik kan hem niet zien,
ik kan hem niet zien,
maar ik voel hem achter mij staan
hij is misschien rakelings langs mij heen gegaan,
hij sluipt op zwarte geruisloze voeten onzichtbaar
achter het leven aan.
hij is weergaloos laf
hij valt aan in de rug
hij durft niet recht tegenover mij te staan
ik zou zijn schedel te pletter slaan.
ik heb nu nog, nu nog, een wild ontembaar
verlangen naar bloed.