Hoe leg je aan een buitenlander het verschil tussen 'binnen' en 'in' uit?
Hij heeft een pannenkoek gebakken en er zit vlees en groenten binnen.
Hoe leg ik aan deze student uit wat het verschil is tussen binnen en in?
Deze gedachten kwamen bij me op maar maakte het voor mezelf nog meer ingewikkeld om te kunnen uitleggen. Misschien ziet iemand houvast om een goed antwoord te kunnen geven:
Hij is binnen. Hij is in het huis. (Bij Hij is binnen is de plaats niet bepaald).
Het vlees zit er in. Het vlees zit binnenin. (Nu wordt het dubbelop).
Hij gaat het huis in. Hij gaat het huis uit.
Hij gaat het huis binnen. Hij gaat het huis... uit.
Binnen de lijnen kleuren. In de lijnen kleuren, nee
De buitenlander schreef: Hij heeft een pannenkoek gebakken en er zit vlees en groenten binnen.
BINNENIN
1) Bijwoord 2) In een afgesloten ruimte 3) In het inwendige
Gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/BINNENIN/
Er schiet me iets te binnen nav een van de antwoorden. Dank hiervoor!
Binnen de gevangenis muren (loopt hij).
In de gevangenis muren (verstopt hij zijn briefje)
Zo is het ook onbegonnen werk om uit te leggen wanneer "er" moet worden gebruikt en wanneer niet.
En waarom het "gestofzuigd" is maar daarentegen "houtgehakt" en niet "gehouthakt".
Onze taal zit vol rariteiten...
"Het vlees zit binnenin." Dit zijn allebei foute zinnen. Als je er zelf al moeite mee hebt, hoe kun je het een ander dan uitleggen ?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.