Hoe bereken hoe groot het consumentensurplus/producentensurplus is in het evenwicht?

Bij evenwicht is er een tekening gegeven of een tekening te maken aan de hand van een vraag- en aanbodlijn. Het punt waar de lijnen elkaar snijden is de marktprijs en de af te lezen hoeveelheid die daarbij hoort is de evenwichtshoeveelheid. De vraaglijn is de lijn die schuin naar beneden loopt. Dat is wat de consument zou willen betalen voor een hoeveelheid van een bepaald product. Zo geldt dat ook voor de stijgende aanbodlijn. Die geeft aan hoeveel de producent bereid is aan te bieden bij een bepaalde prijs. Het consumenten surplus is in een tekening makkelijk te bereken door middel van een oppervlakte. Wanneer je het kruispunt van de vraag-en aanbodlijn hebt, daar waar de lijnen elkaar snijden (marktprijs), kun je een horizontale lijn naar links, richting de prijs tekenen. Zo ontstaan er binnen de figuur 2 driehoeken, die aangegeven zijn in de bijbehorende afbeelding, met oranje en blauw. De oranje driehoek staat dus voor het consumentensurplus en de grootte daarvan is te berekenen door middel van de volgende formule: 1/2 X zijde X hoogte. In dit geval staan er geen getallen bij de assen, maar om het oranje gedeelte, het consumentensurplus te berekenen uit deze tekening gebruik je bovenstaande formule. Er moeten echter wel getallen/formules zijn gegeven om het te berekenen. Hetzelfde geldt voor het producentensurplus, zelfde formule voor het berekenen van de oppervlakte. Het consumenten + producenten surplus is het totale surplus en wanneer dat relatief hoog is zorgt dat voor een goede welvaart in een bepaalde economie.