Wanneer gebruik je 'omnipresent' en wanneer 'ubiquitous'?
Ik heb een vraagje over de Engelse woorden 'omnipresent' en 'ubiquitous' die beiden 'present everywhere' betekenen. Ik kreeg te horen dat omnipresent vooral voor emoties en ideeën was en ubiquitous voor objecten. Maar wat moet je gebruiken voor iemand als je bedoeld dat diegene altijd overal te vinden is en je diegene overal tegenkomt: 'I see her everywhere: she is omnipresent/ubiquitous'. En wat als het over God gaat?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.