Gaan de ministers nu ook de ww in en krijgen ze nu ook een uitkeering ?

Nee, die krijgen jaren wachtgeld en dat is vele malen meer dan WW uitkering.

Toegevoegd na 1 minuut:
(Het wachtgeld is in Nederland in algemeen een regeling die binnen de overheid gebruikt wordt voor een uitkering die een (semi-)ambtenaar of overheidsfunctionaris (bijvoorbeeld politicus of bestuurder) ontving na ontslag of bij beëindiging van het (verkiezings-)mandaat, in afwachting van ander werk of een pensioen.)

Ze gaan een periode wachtgeld krijgen. Dat was zelfs zo met die politica die maar 1 dag benoemd is geweest. Een hele dure grap, zo'n val van het kabinet.

Toegevoegd na 6 minuten:
Als een minister aftreedt heeft hij recht op een uitkering van: - 80 procent van zijn laatstgenoten bezoldiging in het eerste jaar;
- 70 procent van zijn laatstgenoten bezoldiging vanaf het tweede jaar.

De uitkering duurt even lang als de het ministerschap heeft geduurd, maar geldt minimaal twee en maximaal zes jaar, mits de minister minimaal drie maanden in functie is geweest. Inkomsten worden in mindering gebracht op de wachtgelduitkering. Voor de wachtgelduitkering maakt het niet uit wat de reden van het aftreden was.

Sinds 2003 krijgt een minister die minder dan drie maanden in functie is geweest, bij aftreden nog maar wachtgeld gedurende zes maanden. Tot dan toe kregen aftredende bewindspersonen altijd minimaal twee jaar wachtgeld. Aanleiding voor de beperking van het wachtgeld voor kort zittende bewindspersonen was de affaire-Bijlhout.

Zoals de regeling nu is dan gaan de ministers en getroffen ambtenaren gewoon de WW in.

Wachtgeldregelingen voor ambtenaren zijn per 1 januari 2001 in het algemeen niet meer toegankelijk voor nieuwe gevallen. Vanaf die datum geldt voor overheidspersoneel bij het ontslag de Werkloosheidswet (WW). Onder bepaalde condities kan er recht bestaan op een bovenwettelijke of naastwettelijke uitkering die bestaat uit twee onderdelen: de aanvullende uitkering (bovenop het bedrag van de WW) en de aansluitende uitkering (zodat bij elkaar de uitkering een langere duur heeft dan alleen WW). De details verschillen per overheidssector. Zo zijn er:

Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren
Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie
Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk
Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie
Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs
Voor de andere onderwijssectoren zijn er ook bovenwettelijke werkloosheidsregelingen, maar wegens decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden niet in de vorm van een Koninklijk Besluit, maar als onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Nederlandse Universiteiten (BWNU).

De naam wachtgeld stamt uit de tijd dat een ambtenaar formeel niet ontslagen kon worden. Als hij geen actieve functie meer had, moest hij op een nieuwe betrekking "wachten". Het woord is zo bezien een eufemisme voor ontslag. Maar ook in de WW komt de term 'wachtgeld' voor.

Er is geen minister die de WW ingaat.