Wat zie je door de ogen van een sprinkhaan?

Zowel sprinkhanen als krekels hebben vijf ogen. Daarvan zitten er twee - zoals wij kunnen aanschouwen - aan de zijkanten van hun kop. Die zijn groot, uitpuilend en samengesteld (facetogen) en daar kunnen ze helemaal rondom mee zien. Want ze kunnen hun kop alle kanten op draaien. Facetogen bestaan uit een heleboel losse deeloogjes, de ommatidia. Elk deeloogje heeft een eigen lens en ziet een heel klein stukje van de wereld. Al deze deeloogjes samen vormen, als een soort mozaïek, een groter beeld van de wereld. De twee facetogen worden gebruikt voor het waarnemen van voedsel en gevaar.
De andere drie ogen zijn klein (voor ons onzichtbaar) en bevinden zich op het voorhoofd van de beestjes. Ze zijn een beetje naar voren en boven gericht en de officiële naam ervoor is ocelli. Deze zijn niet erg ontwikkeld en worden nauwelijks gebruikt. Ze dienen eigenlijk alleen om donker en licht te kunnen detecteren. Twee ervan zitten meer aan de bovenzijde en het derde oogje zit tussen de facetogen.

Wij mensen kijken met onze ogen altijd maar één kant op. Wanneer we willen weten wat er achter ons gebeurt, moeten we ons hoofd omdraaien. Sprinkhanen overzien hun hele omgeving, dankzij hun bolle ogen vol deeloogjes die alle richtingen op kunnen kijken.