waarom vliegen wolken?

Omdat het waait verplaatsen wolken zich met de luchtstroom; ze vliegen niet maar drijven in de lucht.

De zon verwarmt het water oppervlakte. Vanuit de bovenste laag van het water krijgen een paar watermoleculen net genoeg energie om zich los te maken van de vloeistof en opgenomen te worden in de luchtlaag net boven het water.

Die luchtlaag wordt door het zonverwarmde water en ook door het land van onderen ook opgewarmd.

De opgewarmde lucht gaat stijgen. Koudere, zwaardere lucht neemt de plek onder de warme lucht in, waardoor een hele kolom opstijgende warme lucht ontstaat. Deze warme lucht neemt het hierin opgenomen water met zich mee.

Bovenin de lucht koelt deze weer af. Hoe hoger het komt, hoe meer het afkoelt. In de troposfeer koelt de lucht af met ongeveer 1 graad Celcius per honderd meter. Als de lucht voldoende is afgekoeld, bereikt het zijn verzadigingspunt. Dit wordt ook wel het dauwpunt genoemd. Op dit punt gaat de damp condenseren in kleine waterdruppels, of ijskristallen. Als er voldoende damp gecondenseerd is, herkennen wij dit als een wolk.

Doordat de wolk zich hoog in de lucht bevindt gaat de wind invloed krijgen. Zij kan een wolk wegblazen, maar ze kan ook nog (relatief) koudere lucht onder de wolk blazen waardoor de wolk op die koudere (zwaardere) lucht blijft drijven.

Totdat de lucht zover afkoelt, of er zoveel water condenseert dat de waterdruppeltjes te zwaar worden en het gaat regenen.