hoe kun je het hoeveelheid vet in voedsel berekenen?

Hoeveelheid vet is in vaktermen ruw vet. Je weegt wat product (50 gram bv), maakt een luchtdroog product in een hete droge stoof tot er helemaal geen water meer uitkomt (praktijk een paar uur). Dat weeg je dan weer, zodat je de droge stof hebt.
Van de droge stof weeg je weer wat in, zeg 10 gram. Dan vermeng je het met chloroform (of een andere stof die makkelijk verdampt en waar vetten goed in oplossen. Na enige tijd filter je de niet opgeloste resten uit en je houdt chloroform met opgeloste vetten over, nu nog het chloroform verdampen en je hebt het vet dat je kunt wegen.

Vet is in dit geval dus alles wat oplost in chloroform en niet verdampt.
In de resten zit nog van alles, maar in de klassieke analyse maak je onderscheid tussen koolhydraten en eiwitten.
Omdat eiwitten uit aminozuren zijn gemaakt bevatten ze stikstof. Door de hoeveelheid stikstof te meten in de niet opgeloste resten kun je het eiwitgehalte schatten. Wat overblijft noem je koolhydraten.

Het aantal calorieen kun je direct meten (andere antwoord) of schatten door de calorieen van de eiwiiten, vetten en koolhydraten op te tellen, die energetische waardes zijn redelijk constant, de vetten in een Mars en in een karbonade zullen ongeveer even veel energie opleveren.