Is artikel 6:262 BW overbodig gezien artikel 6:52?
Artikel 6: 52 luidt:
Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen.
2 Een zodanige samenhang kan onder meer worden aangenomen ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan.
artikel 6:262 luidt:
Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.
2 In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt.
Nu is artikel 252 speciaal voor wederkerige overeenkomsten. Maar is dat artikel nodig nu artikel 52 toch dezelfde rechten biedt??
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.