Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Waar staat in de wet dat ik niet mag discrimineren?

Hoor net een spotje op TV over een woning-verhuurder die geen marrokkanen in zijn huis wil. Foei. Mag niet. Maar waar staat dat in de wet? De Grondwet bevat geen de burgers bindende voorschriften, dus verwijzen naar art. 1 GW is niet het goede antwoord.

teusvh
5 jaar geleden
in: Wetgeving

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Antwoorden (3)

In artikel 1 van de Grondwet staat dat iedereen in Nederland in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld. Verder staat in artikel 1 dat discriminatie, op welke grond dan ook, is verboden.
-----

Als je artikel 1 uit onze GRONDWET niet accepteert als bewijs, dan is het lastig om je tevreden te stellen. Hierin staat een zogenaamd wettelijk verbod.

-----
Discriminatie betekent dat er onterecht verschil wordt gemaakt tussen mensen. Bijvoorbeeld op basis van hun geslacht of hun godsdienst. Lees meer hierover op de pagina Wat is discriminatie:

Discriminatie: bv : leeftijd , geslacht , nationaliteit, handicap of chronische ziekte en op
Ras
Met ras wordt hier bedoeld: huidskleur, afkomst, nationale of etnische achtergrond. Discriminatie op deze grond mag niet. Een voorbeeld van dit soort discriminatie kan zijn:een vrouw die geen verzekering kan afsluiten omdat zij Roma is.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
5 jaar geleden
Antoni
5 jaar geleden
Even dacht ik dat dit antwoord niet correct was, maar hoewel de eerste artikelen van de Grondwet gaan over grondrechten en ze bedoeld zijn om de burger te beschermen tegen de overheid, geldt het discriminatieverbod ook tussen burgers onderling. Hier https://nl.wikipedia.org/wiki/Grondrechten#Gelijkheidsrechten_in_de_Nederlandse_grondwet staat over artikel 1 van de Grondwet vermeld: "Het beginsel van gelijke behandeling geldt alleen in de verhouding tussen overheid en burger (de zogenaamde verticale werking); het discriminatieverbod is zo fundamenteel dat het ook geldt tussen burgers onderling (horizontale werking). In de praktijk is dit beroep echter zelden doorslaggevend, daarom wordt vaker een beroep gedaan op formele wetten zoals art. 137 Sr of op het IVBPR waardoor de jurisprudentie rond art. 1 GW miniem is."
Antoni
5 jaar geleden
Ik vermoed dat in de praktijk wordt verwezen naar artikel 137g lid 1 van het Wetboek van Strafrecht: Artikel 137g, lid 1
"Hij die, in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen opzettelijk discrimineert wegens hun ras, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie."
Antoni
5 jaar geleden
Bij nader inzien mag je antwoord worden aangevuld: het is wel correct, maar niet volledig. Ik heb van mijn reacties dus maar een antwoord gemaakt.
Ozewiezewozewiezewallakristallix
5 jaar geleden
"De Grondwet bevat geen de burgers bindende voorschriften" Anders geformuleerd is de vraag: "Waar wordt in de gewone wet art. verankerd, aangezien Art. 1 uit de grondwet niet rechtstreeks aangehaald mag worden ?" In dat licht is dit antwoord, dat tóch naar de grondwet verwijst, niet correct. Daarom (helaas) een min.
Hoewel de eerste artikelen van de Grondwet gaan over grondrechten en ze bedoeld zijn om de burger te beschermen tegen de overheid, geldt het discriminatieverbod ook tussen burgers onderling.

Hier https://nl.wikipedia.org/wiki/Grondrechten#Gelijkheidsrechten_in_de_Nederlandse_grondwet staat over artikel 1 van de Grondwet vermeld: "Het beginsel van gelijke behandeling geldt alleen in de verhouding tussen overheid en burger (de zogenaamde verticale werking); het discriminatieverbod is zo fundamenteel dat het ook geldt tussen burgers onderling (horizontale werking). In de praktijk is dit beroep echter zelden doorslaggevend, daarom wordt vaker een beroep gedaan op formele wetten zoals art. 137 Sr of op het IVBPR waardoor de jurisprudentie rond art. 1 GW miniem is."

In de praktijk zal (in het geval dat je in de vraag beschrijft) gebruik worden gemaakt van artikel 137g lid 1 van het Wetboek van Strafrecht:

Artikel 137g, lid 1
"Hij die, in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen opzettelijk discrimineert wegens hun ras, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie."
(Lees meer...)
Antoni
5 jaar geleden
Volgens geldende jurisprudentie is het goede antwoord wél art. 1 Grondwet: sommige grondrechten hebben zgn. "horizontale werking" en gelden dus ook in relaties tussen burgers onderling en/of bedrijven jegens burgers. De wetgever heeft dat nog eens doorvertaald in art.137 Wetboek van Strafrecht om aangifte ook strafrechtelijk mogelijk te maken. Hier: art. 137g, lid 1 Wetboek van Strafrecht.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
5 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Bekijk alle vragen in deze categorieën: