Ben je strafbaar als je oneerlijk bent met teruggaaf van geld? Zo ja op grond waarvan?

De situatie die in de vraag wordt geschetst is in ieder geval een vorm van bedrog, gepleegd door de klant. Deze vorm van oplichting of bedrog is strafbaar maar daar heeft deze winkelier weinig aan.
De winkelier zegt het niet zeker te weten, betaalt alsnog vijf euro, doet geen aangifte want er is geen enkel bewijs.
Een winkelier die geen zin heeft in een ordinair welles-nietes spelletje met een klant die duidelijk de boel oplicht en de bedrieger nogmaals vijf euro teruggeeft, omdat hij weet dat hij het bedrog niet kan bewijzen, is in dit geval zeer verstandig.
Beter vijf euro verlies dan het risico aangaan dat een brutale, onbetrouwbare klant uit frustratie de winkel gaat verbouwen.
Het wordt anders als de winkelier bewijzen heeft dat deze klant de boel oplicht, dan kan hij aangifte doen van bedrog.
Valt deze handeling onder diefstal, verduistering of bedrog of zoiets?
Als je het wegstreep systeem gebruikt kom je tot de volgende conclusie:
1. Verduistering is het niet. Verduistering is namelijk het zich opzettelijk wederrechtelijk toe-eigenen van een goed dat aan een ander toebehoort welk goed men anders dan als gevolg van een misdrijf onder zich heeft.
2. Diefstal is het niet. Diefstal bestaat uit het op onrechtmatige wijze eigenhandig in bezit nemen van andermans eigendom. De leugenachtige klant heeft geen greep in de kassa gedaan.
3. Oplichting, meestal misleiding, de zaken anders voorstellen dan deze zijn en daar voordeel uit halen. (Zou kunnen, deze oneerlijke klant stelt de zaken anders voor, hij liegt en heeft dus € 5,-- voordeel.
4. Bedrog, misbruik maken van de omstandigheden, in juridische zin een wilsgebrek . Er is sprake van bedrog wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt. Dan moet er nog een causaal verband bestaan.
Bij oplichting en bedrog kun je aangifte doen bij de politie maar verwacht er niet al te veel van.
Oplichting en bedrog ontlopen elkaar niet zoveel. De grens is moeilijk te trekken. Oplichting is, in ‘normale taal’, het tegen de wet in behalen van een bepaald voordeel door het misleiden van iemand. Voor bedrog is het opzettelijk doen van één onjuiste mededeling, waaraan door de andere partij waarde wordt gehecht, voldoende